Terug naar resultaten

Fietser op een bospad tijdens de tocht over de Kempen icoonfietsroute,
Tekst en beeld Stefan Maas

Bos, heide, maar ook oude mijnsites en kanalen. En niet te vergeten heerlijke Vlaamse speciaalbiertjes. De Kempen icoonfietsroute laat je kennismaken met het beste wat die regio te bieden heeft.

In totaal zijn er negen icoonfietsroutes in Vlaanderen, die opgezet zijn rond een bepaald thema. De keuze voor de Kempen icoonfietsroute (213 km) is ook een hele praktische; voor Nederlanders ligt de route om de hoek. Ik stap met mijn fiets uit de trein in het Nederlandse Weert en pedaleer al heel snel de provincie Belgisch Limburg binnen over weggetjes en stoffige onverharde paadjes.

Belgisch Limburg noemt zichzelf een fietsprovincie, en daar is niets van gelogen. Je fietst er als een koning door een heel gevarieerd landschap. En dit keer ga ik ook low budget op pad, met een tentje. Langs de hele route zijn tal van campings waar je als icoonfietser terecht kunt.

Het project Fietsen door de Bomen
Fietsen door de Bomen in Bosland, foto ©Visit Limburg

Limburgse creatievelingen

Vlamingen zijn uitermate creatief als het om fietsconcepten gaat, en in Belgisch Limburg zitten blijkbaar de creatiefste fietsrouteontwerpers. Niet alleen heeft de provincie een fantastisch fietsknooppuntennetwerk, met ‘Fietsen door de Bomen’ en ‘Fietsen door het Water’ zijn er ook vernieuwende concepten neergezet. Bij Fietsen door de Bomen in Nationaal Park Bosland cirkel je tussen de bomen omhoog over een fietspad, bij Fietsen door het Water in Bokrijk loopt het pad dwars door een vijver. Het heeft wel iets weg van de Mozes-scène bij de Rode Zee, maar dan zonder Mozes en de Rode Zee.

‘De naam van de grensoverschrijdende streek de Kempen is een verbastering van het Latijnse Campinia of Campina, hetgeen ‘land van velden’ betekent’, lees ik. Ik had al duizenden fietskilometers gemaakt in die zanderige regio, al was dat dan meer in het Noord-Brabantse deel ervan, onder Eindhoven en Tilburg. Het kan er warm zijn, heter dan in andere Nederlandse of Vlaamse regio’s. Het geluid van de wind die langs je oren suist, vermengt zich dan met het ritmische getik van de sproei-installaties. Waar je ook bent in de Kempen, altijd zie je in de verte wel weer een bosrand. En dan zijn er die typisch Kempische rulle zandpaden, waarvan je nooit precies weet waar ze naartoe gaan, en de manshoge maïsvelden, die in de zon liggen te bakken en vanaf eind juli het zicht blokkeren.

Kempen icoonfietsroute

Droogte en de zondvloed

Maar nu ben ik blij met de zon en de hoge temperaturen, na zeven maanden van enorme hoeveelheden regen. Ik zie plassen in de bossen en groene plekken op de heide. Zelfs in de zanderige Kempen is de grond verzadigd met water. De natuur wordt gedold in de Lage Landen. Eerst extreme droogte en daarna de zondvloed. Inderdaad, het is allemaal het gevolg van onze impact op het milieu. Er valt ook voor de fietser geen peil meer op te trekken.

Afgezien van de Vlaamse lintbebouwing en Vlaamse huizen, merk ik nog een ander verschil tussen de Belgische en Nederlandse Kempen. De mensen. Of beter gezegd, hoe mensen op vakantiefietsers reageren. De fietstassen en tent op de bagagedrager trekken de aandacht, terwijl Nederlanders daar echt niet van op- of omkijken. Lokale fietsers komen naast me rijden. ‘Waar ga je naartoe? Waar ben je gestart?’ Soms vermoeden ze dat ik met een zeer lange fietsreis bezig ben, waarna ik het gevoel heb dat ik me moet verontschuldigen. Mijn stoere Santosfiets met tassen en snelle fietszonnebril hebben ze vast op het verkeerde been gezet. ‘Nee, ik ben niet gestart in Turkije of Polen. Ik fiets de Kempen icoonfietsroute hoor, dat duurt maar drie dagen.’

Verrassend: een houten fietsbrug op het traject door de Mechelse Heide

Natuur en industrieel erfgoed

Na mijn startpunt in Maasmechelen, dat de hoofdtoegangspoort is naar Nationaal Park Hoge Kempen, wacht me meteen verrassing: Fietsen door de Heide. 4 kilometer gaat het over de Mechelse Heide, met als highlight een houten fietsbrug met een lengte van maar liefst 300 meter. Ze ziet eruit alsof ze ooit door de Romeinen is aangelegd en past perfect bij de natuurrijke omgeving.

Alles ligt in België en Vlaanderen op een zakdoek. Na de hei en de bossen doemt het industrieel erfgoed op van deze regio: het Thor Park van Waterschei en de C-mine in Winterslag. Ooit het domein van duizenden mijnwerkers die het zwarte goud, de kolen, naar boven haalden. Tegenwoordig is het een thuis voor andere activiteiten en kun je de terreinen bezoeken. En dat is niet alles. Ook mijnsite De Schacht in Heusden-Zolder, be-MINE in Beringen plus de nodige terrils, afvalbergen van stenen, passeren de revue. En om in passende sfeer te blijven, loopt de route over het voormalige kolenspoor, dat ooit de mijnsites met elkaar verbond.

De restanten van de oude mijnsites in Belgisch Limburg

Kronkelend door de Kempen

De Kempen icoonfietsroute is geen route van A naar B, merk ik. Ze kronkelt heen en weer door de regio, alsof een peuter met een potlood iets heeft gekriebeld op een stuk papier. Maar dat gekriebel is alles behalve irritant en heel afwisselend. Geen lange rechte stukken weg, maar laveren over smalle weggetjes en fietspaden. Je rijdt stille dorpjes binnen, die je na twee minuten weer achter je laat. Dan trap je weer gedachteloos tussen de velden, om vervolgens de schaduw van een bos binnen te rijden. Campina mag dan ‘het land van velden’ zijn, de streek beschikt toch over verdacht veel bossen.

Het type fietser dat je op de icoonroute tegenkomt, is afhankelijk van het tijdstip. ‘s Ochtends vroeg zijn het de jonge speedpedelecers, die driftig trappend zo snel mogelijk naar hun werk willen. Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats. We hebben ongelofelijke haast. Dan, vanaf 9 uur, is dit type opeens verdwenen. De vijfigplussers nemen nu de paden in bezit, rustig trappend en bij voorkeur ondersteund door een elektrisch motortje. Zij hebben geen haast. Af en toe zoeft er een racefietser langs. De vakantiefietsers moeten zich nog melden; ik fiets de route namelijk buiten de vakantieperiode.

Kruising met een gewone weg op de Kempen icoonfietsroute

Zes blikjes Redbull

Bij Gierle moet ik omrijden. Een hoop tieners en twintigers komt aanlopen over de plattelandsweggetjes. Er is een festival, en de beveiliger bij een dranghek is vriendelijk doch streng: de weg blijft dicht. Maar hij is wel zo behulpzaam om een alternatieve route uit te stippelen. Aan het einde daarvan staat weer een dranghek met een hulp-beveiliger, die er minder goed aan toe is.

“Ik stond hier gisteren de hele dag in mijn eentje, en vandaag weer”, zegt hij ongevraagd. “Te weinig personeel te krijgen hè. En dan ‘s avonds nog een keer op de brommer terug naar Antwerpen.” Ook de catering laat te wensen over. De dag ervoor kreeg hij geen eten of drinken aangereikt. Was men hem gewoon vergeten? “Ik had zelf gelukkig zes blikjes Redbull meegenomen”, gaat hij verder. “Maar misschien was dat geen goede keuze bij warm weer…”

Ik laat de eenzame hulp-beveiliger weer achter me. Vijf minuten later bedenk ik me plots dat ik de jongeman wel wat water had kunnen aanbieden. Hij gaat in zijn eentje een lange, dorstige festivaldag tegemoet.

Een pleisterplaats voor fietsers langs de Kempen icoonfietsroute: zomerbar Vurig

Vurig relaxen

Ik zink na een dag fietsen weg in een stoel van zomerbar Vurig in het toeristische Kasterlee, een uitspanning midden in de natuur. Vlakbij stroomt de Kleine Nete. Er groeien plastic palmen aan de rand van het terras; de zomerbar is een soort tropische enclave in de Kempen. Tal van fietsers en wandelaars komen hier aanwaaien voor een biertje en een pizza, terwijl de zon langzaam ondergaat.

Vurig is een plek om even weg te dromen bij een Belgisch biertje. De beelden van de afgelopen fietsdag verschijnen weer op het netvlies. De garnizoensstad Leopoldsburg, het stuk langs de kanalen van Beverlo, Bocholt-Herentals en Dessel-Turnhout-Schoten. Het zonlicht speelde over het blauwe water, het was een schitterende fietsdag. Maar ook de Duitse militaire begraafplaats ten zuiden van Lommel, midden in een bos, was een bezienswaardigheid. En niet te vergeten het markante Fietsen door de Bomen in Bosland, waarbij je uiteindelijk een hoogte van 10 meter bereikt. Bijna te veel indrukken om allemaal te kunnen verwerken. En morgen dient zich weer een nieuwe fietsdag aan, met nieuwe indrukken en nieuwe panorama’s, die zich weer ergens in de hersenen moeten nestelen.

Het eind- of beginpunt van de Kempen icoonfietsroute: Fort Het Steen in Antwerpen
Fort Het Steen

Afscheid aan de Schelde

De Kempen heb ik allang achter me gelaten als ik het eindpunt Antwerpen bereik. De tocht door de havenstad was verrassend groen, autoluw en relaxt. Via allerlei parken en groenstroken bereik je het oude centrum, en zelfs daar fiets je nog enige tijd door Park Spoor Noord, een groenstrook op voormalige spoorterreinen. De Kempen icoonfietsroute eindigt op een iconisch punt: Fort Het Steen aan de Schelde. Het is er druk. Groepen toeristen flaneren hier langs de boulevard en maken selfies. Ik maak geen selfie maar een foto van mijn fiets. Die heeft het wel verdiend. Het is een trouwe reiskameraad die me wederom niet in de steek heeft gelaten.

Eenmaal op Antwerpen Centraal voor de terugreis, ontmoet ik een andere fietser die de Vlaanderen icoonfietsroute over ruim 900 km heeft gedaan. Hij komt uit de buurt, het Zeeuwse Middelburg. Ik bewonder de doeltreffende simpelheid van zijn old school set-up. Twee eenvoudige canvas tassen aan de bagagedrager en een comfortabele fiets met zeven versnellingen. Meer heb je niet nodig. De Vlaanderenroute loopt deels over het traject van de Kempen icoonfietsroute. We wisselen op het ondergrondse perron, tientallen meters onder het straatoppervlak, gezellig keuvelend wat ervaringen uit. De afgelopen dagen hebben we, zo blijkt, achter elkaar gefietst zonder elkaar ooit te hebben gezien.

Info Kempen icoonfietsroute

Zie: Icoonfietsroutes.be.

Terug naar resultaten

Wandelaars op de top van de Barania Gora - Main Beskid Trail Polen

Tekst en beeld Shanna Bussink (Rayu)

Kun je dan zomaar naar Oekraïne lopen? Helemaal naar de grens en dan een land in oorlog inkijken?

Daar leek het wel op. En al was ik op de hoogte dat de oorlog zich met name aan de oostzijde van het land afspeelde en ik me daardoor niet veel zorgen maakte, het idee had toch iets bevreemdends.

Maar daar stond ik. Naast niet meer dan een houten balk ter afscheiding en een paar borden dat ik niet verder mocht. Ik keek een land in vol weergaloze, bergachtige wildernis. Geen helikopter, geen vliegtuig, geen hekken, geen camera’s, geen geluid. Alleen onbevattelijke stilte en ongerepte natuur.

En hoe ongemakkelijk het ook voelde, het was tegelijkertijd ook iets dat Polen kenmerkte, en ook precies deze trail samenvatte; stilte en natuur over historisch woelige grond. Een trail die dwars door gebieden liep die allemansland waren geweest. Lappen grond aan voormalig oorlogsgebied, velden vol veldslagen, bossen vol schuilplaatsen, een pad door Polen dat ooit in de tijd niet eens Polen genoemd werd. En dat deze Main Beskid Trail zelfs eens 250 km verder doorliep naar de Chornohora (Zwarte Bergen) in Oekräine omdat het toen wél bij Polen hoorde, kan geen duidelijkere aanwijzing zijn dat je door historisch rijk gebied vol grensverleggingen loopt.

Trail met vele kleuren

Het bijzondere aan de Main Beskid Trail is alsof je constant door een prisma kijkt: als je je focus verlegt kleurt de trail steeds anders. Er komt van alles aan bod, zonder dat het een overmaat wordt als je je er zelf niet in onderdompelt.

Natuur? Geregeld sta je op een bergtop de verte in te turen en loop je door hectares aan oerbos volop bevolkt door wilde dieren, maar enige beschaving is tegelijkertijd ook nooit heel ver weg. Cultuur? De Poolse cultuur is in de vele authentieke berghutten inclusief klassiek Poolse gerechten zoals pierogi niet te missen en de Karpatische bergvolkeren en houten architectuur in kleine dorpjes maken het dikwijls een reis door de tijd.

Historie? Een vreemde eend in de bijt als het gaat om langeafstandwandelpaden, omdat het geen oude handelsroute is, geen pelgrimsroute, geen anderszins historisch significant pad… maar de gebieden waar je doorheen loopt zitten bomvol historie: meerdere wereldoorlogen, microstaten, bergen als vertier in de vorige eeuw, landjepik, inheemse culturen, grensverleggingen, klassieke kuuroorden, twee vliegtuigongelukken met stukken vliegtuig als monument aan het pad… en nog zoveel meer.

Blog Main Beskid Trail: op de top van de Bieszczady in Polen

Historie

Het begon ooit eens met de Tatra Sociëteit, opgericht in 1873 en na het herwinnen van de onafhankelijkheid van Polen in 1920, ging het na een fusie verder onder de naam Polskie Towarzystwo Tatrzańskie (PTT). Samen met de Poolse Vereniging voor Toerisme en Bezienswaardigheden had het als doel de Poolse bergen aantrekkelijk en toegankelijk te maken. Kazimierz Sosnowski presenteerde in 1923 in het tijdschrift Przegląd Sportow hiervoor een idee om een ​​trail aan te leggen. Hij was een bepleiter van het toerisme en auteur van een gids over de Westelijke Beskiden, gepubliceerd in 1914.

Sosnowski was van mening dat het toeristische pad en hutten zo zouden moeten worden geplaatst dat toeristen kunnen wandelen en overnachten in een hut op één dag lopen afstand. En dat aan één hoofdpad door de meest aantrekkelijke Poolse berggebieden. Dit idee werd geïmplementeerd onder de naam Główny Szlak Beskidzki: de Main Beskid Trail. De route werd grotendeels ontworpen door Mieczysław Orłowicz, een toerisme-activist en oprichter van de Academische toeristenclub in Lviv. In 1935 werd besloten dat de kleur rood alleen aan de Główny Szlak Beskidzki mocht worden toebedeeld.

Echter stond de Tweede Wereldoorlog nog te gebeuren. Als gevolg van de territoriale overeenkomsten die een einde maakten aan de oorlog, verloor Polen één derde van zijn berggebied. De route werd hierdoor gewijzigd. De Beskid-gebieden die op het grondgebied van het naoorlogse Polen bleven, werden met elkaar verbonden. Het rijgt in de hedendaagse vorm zes berggebieden aan elkaar: van west naar oost loop je door Beskid Śląski, Beskid Żywiecki, Gorce, Beskid Sądecki, Beskid Niski en Bieszczady.

In de jaren negentig werd de trail opgenomen in het systeem van Europese wandelpaden – een netwerk van 11 toeristische routes die de meest afgelegen uithoeken van Europa met elkaar verbinden. De Main Beskid trail overlapt gedeeltelijk met het traject van twee Europese langeafstandsroutes, de E3 en de E8.

Architectuur langs de Main Beskid Trail: de opvallende kerk van Chryowa
De Grieks-katholieke kerk van Chryowa

Cultuur & religie

Met de Main Beskid Trail loop je door de Karpaten, het overkoepelende, meerlandige berggebied. Een van de bergvolkeren hier zijn de Lemken. Ze wonen voornamelijk in de Karpaten van Polen, Oekraïne en Slowakije. Ze hebben een eigen taal, een dialect van het Rusyns. De meeste Lemken zijn lid van de Grieks-Katholieke Kerk, hoewel er ook een aantal aanhangers van de Oosters-Orthodoxe Kerk zijn. Religie speelt een centrale rol in hun culturele identiteit en die vind je terug op de trail. De traditionele Lemko-architectuur omvat houten kerken, bekend als cerkwie, die opvallen door een unieke bouwstijl met meerdere koepels.

Een van de opmerkelijke cerkwie-kerken langs de route is de kerk in Bartne, een dorp in het Beskid Niski-gebied. Direct aan het pad gelegen en niet te missen is de Grieks-katholieke cerkwie in Chyrowa uit 1780, een van de twee kerken die overeind gebleven is nadat het dorp tijdens gevechten in september 1944 in brand stond. De Lemken werden verjaagd en het dorp werd uiteindelijk in beslag genomen door Tsjechoslowaakse troepen. De Lemken zijn onder andere aan het pad nog wel woonachtig in Krynica Zdrój en Komańcza. Op 10 kilometer afstand van de trail, in Zyndranowa, kun je het Lemko-museum bezoeken om meer te leren over hun cultuur. De prachtig vormgegeven orthodoxe kerkbouw zie je geregeld terug tijdens deze wandeltocht. Gelukkig heeft het één en ander nog staande kunnen blijven in roerige tijden.

Blog Main Beskid Trail: Houten huizen langs de Main Beskid Trail
Prachtig houten huis in Iwonicz-Zdrój

Architectuur

Als ik halverwege de route op de kaart kijk en zie dat de route over de gehele lengte van een dorp loopt, ben ik wat ontstemd. Na veel oerbos en natuurschoon ziet zoveel civilisatie over asfalt er op de kaart weinig aantrekkelijk uit. En ik begrijp de keuze van de route niet zo goed. Dat verandert instant als ik het dorp, Krynica-Zdrój, bereik. De iconische houten gebouwen uit de 19de eeuw brengen een nostalgische sfeer in dit dorp vol kuuroorden en drinkhallen. Ik kijk mijn ogen uit. Een felblauw houten pand aan de promenade blijkt het Nikifor-museum te zijn; over de bekendste naïeve schilder van Polen.

Er volgen meerdere houten huizen in een palet van kleuren. Dan wandel ik langs een prachtig larikshouten pand dat mijn aandacht trekt. Ik ontdek dat het een plek is waar je louter water kunt bestellen. Maar wel vele soorten heilzaam water, uit een tap. Zoals het ijzerhoudende Zuber. In totaal zijn er 21 minerale bronnen. Dit, in combinatie met de frisse berglucht en ontzagwekkende natuur, leverde vele kuuroorden in het gebied op. Ze zijn te herkennen aan de toevoeging zdrój. Iwonicz-Zdrój, Rabka-Zdrój en Rymanów-Zdroj zijn ook mooie voorbeelden van de sfeervolle, klassieke architectuur.

Militaire geschiedenis

Ik beklim de Turbacz-top: niet te missen met zijn markante zuil op 1310 meter hoogte en het hoogste punt van berggebied Gorce. Ooit kon je, met een telescoop, vanaf hier naar Kraków kijken. Een sterke aanwijzing dat het in militaire tijden een belangrijke rol moet hebben gespeeld. Er is nog steeds uitzicht, maar de begroeiing is fors toegenomen. Ik loop door in een korte afdaling naar de gelijknamige hut. De hut heeft veel historie, dat zie en voel je aan alles. Her en der is er wat gemoderniseerd, maar je voelt je met de vloer van keien en het gebruik van veel hout terug in de tijd.

De hut Turbacz was ooit het onderkomen van Poolse partizanen
De Turbacz-hut

De hut Turbacz speelde inderdaad een belangrijke rol tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vooral als schuilplaats voor Poolse partizanen en verzetsstrijders die vochten tegen de nazi-bezetting. Het diende als onderdak en opslagplaats voor wapens, voedsel en andere benodigdheden voor de partizanen. Hut Turbacz was cruciaal voor het overleven van de verzetsstrijders, vooral tijdens de wintermaanden wanneer de omstandigheden in de bergen zwaar waren. Hun acties droegen bij aan de verstoring van de Duitse militaire logistiek en hielpen de bredere Poolse verzetsbeweging.

De hut stamt uit de jaren ’20 van de vorige eeuw, maar werd tijdens een eerste brand in 1933 verwoest. Na opbouw woekerde er in 1943 weer een brand; vermoedelijk aangestoken door de partizanen zelf, om te voorkomen dat de Duitsers de plek en de goederen in beslag konden nemen. De huidige hut dateert uit 1958, maar ademt nog volop de veel oudere sfeer. Mede door het museum dat zich erin bevindt.

Vroeger stond de Turbacz-berg bij de lokale bevolking bekend als Kluczki. In 1790 maakten cartografen, die aan de kaart van de Pools-Oekraïense streek Galicië werkten, een fout door het dorp Niedzwiedz op de locatie van de piek te plaatsen, wat in de 19e eeuw tot naamsverwarring leidde. Het woord Turbacz zelf is waarschijnlijk van Walachijse oorsprong, afkomstig van het Roemeense woord turbă, wat “turf” betekent.

Monumenten en ruïnes

Ook de berghut Pod Barania Góra in Beskid Slaski aan de westzijde van de Main Beskid Trail heeft een historisch museum bij de hut. Langs de trail zijn er ook verschillende historische monumenten en plaatsen van belang, zoals vele ruïnes van bunkers en loopgraven uit de Tweede Wereldoorlog. Behalve de berghut Turbacz hebben meerdere berghutten langs de route gediend als schuilplaats tijdens de Tweede Wereldoorlog of hebben anderszins een historische betekenis. Diverse pamfletten aan een wand geven vaak al een indicatie.

Op dag 14 is het even klimmen naar de top Rotunda, en daar word ik verrast door pompeuze torens. Het is een Eerste Wereldoorlog-begraafplaats, dat door de indrukwekkende graftombe-monumenten en de inrichting ook wel necropolis genoemd wordt. Het is de eerste van de Beskiden die op het monumentenregister kwam.

Verhouding Polen en Oekraïners

Vele Polen openden hun huizen voor gevluchte Oekraïners de afgelopen jaren, maar de verhouding tussen Polen en Oekraïners is wel eens anders geweest. Dat werd pijnlijk duidelijk in Operatie Wisla/Akcja Wisła; een militaire operatie uitgevoerd door de Poolse autoriteiten in 1947, gericht op het verplaatsen van de Oekraïense minderheid in Polen. Ongeveer 140.000 Oekraïners, inclusief Lemko’s, Boyko’s, en andere oostelijke Slavische minderheden uit het zuidoostelijke deel van Polen werden verplaatst naar het noordelijke en westelijke deel van het land, dat na de Tweede Wereldoorlog van Duitsland was overgenomen. Het werd door velen gezien als een etnische zuivering en het zorgde voor een flinke – en nog steeds zichtbare – ontvolking in de oostelijke Beskiden. In 1990 maakte de Poolse Senaat een officiële verontschuldiging, die de Poolse president Kwaśniewski in 2002 herhaalde.

Paramilitairen op de Smerek-top langs de Main Beskid trail
Vermoeide paramilitairen op de top van de Smerek

Als ik de topbeklimming van Smerek inzet, is het ineens druk. Ik zie meerdere wandelaars met volle bepakking. Eerst een paar, maar even later passeer ik er tientallen. Ze zien er militair uit, maar ik ben toch aarzelend. Hun kleding is niet uniform. Het blijken paramilitairen. Na een paar weken ben ik de hoogtemeters en mijn bepakking gewend, maar zij hebben het zichtbaar zwaar. Ze hangen geregeld over hun wandelstokken en zo nu en dan moet ik er over eentje heenstappen die uitgeteld midden op het pad ligt. De brandende nazomerzon die vrij spel heeft, maakt de pittige klim ook niet makkelijk. Op de top tref ik naast een fenomenaal uitzicht over verstrekkend berglandschap en Bieszczady-wildernis een groot kruis. Het is er in 2018 ter herdenking van de honderdste verjaardag van het herwinnen van de onafhankelijkheid van Polen neergezet.

Bordjes langs deze hike in Polen waarschuwen voor beren

Natuur

Rond de Smerek-top in Bieszczady kun je de vrij bijzondere kleinbloemige zegge en de Oost-Karpatische erwt vinden. En hoe meer ik naar het oosten loop, hoe vaker ik waarschuwingsborden voor beren tegenkom. Ze zijn mensenschuw en laten zich niet snel zien, maar een gewaarschuwd mens telt voor twee. Ook heeft Polen zo’n 200 lynxen. Al is het zelfs voor boswachters een extreme zeldzaamheid om er één te zien, vertelt een uitgebreid informatiebord over lynxen me, onderweg naar de Barania Góra-top. Ook wisenten leven er, na ze sinds 1929 weer beschermd zijn. De vele oerbossen, beschermde gebieden en lage bevolkingsdichtheid, met name in Bieszczady, levert een ruime biodiversiteit en maken het gebied een goede leefomgeving voor wild.

Verder is het een bont gezelschap van wolven, vossen, zwijnen, herten, reeën, wilde paarden, verschillende soorten kikkers en salamanders, hazelworm, de gladde slang en adders en nog veel meer. Boven je kun je de grote en kleine steenarend en de slechtvalk treffen, uilen zoals de oehoe kun je ‘s nachts horen. Het hazelhoen is een schuwe bosvogel die in Nederland al decennia niet meer gesignaleerd is, maar nog wel voorkomt in de dichte bossen van de Beskiden. En als je echt veel geluk hebt, kun je de lutra, een zeldzame Europese otter, of een zwarte ooievaar spotten. Deze zeldzame vogel neemt juist in Polen in aantallen toe.

Paddenstoelen zoeken in de Poolse bossen

Pools paddenstoelenparadijs

Ik schrik op als ik geluid vanuit het bos hoor. Krakende takjes, geritsel. Ik tuur het bos in, maar er is niks te zien. Dan schrik ik nogmaals op als er plots iemand argeloos voor me uit de bosjes wandelt. Ik kijk naar zijn hand. Een rieten mandje. Ah!

De bossen langs de Main Beskid Trail zijn een paradijs voor paddenstoelenliefhebbers, met soorten zoals eekhoorntjesbrood en vliegenzwammen. Dit zie je ook terug in de rijke plukcultuur in het najaar; dan is het pad minder bevolkt door wandelaars, maar des te meer met lokale bevolking met mandjes. In de bossen en langs het pad groeien bosbessen en veenbessen weelderig. In de berggebieden zijn er volop wilde bloemen zoals de gentiaan en edelweiss, de inheemse Poolse anjer Dianthus compactus vind je in Bieszczady. Dit is het laatste berggebied van de trail en een fenomenale afsluiter vol vergezichten.

Ook al zou je je nergens in verdiepen, dan is het nog steeds een indrukwekkende route als je alles op je af laat komen; je pikt gaandeweg diverse dingen mee die het een rijke trail maken waar je veel kan leren. Heb je een voorkeur voor een van de onderwerpen en duik je erin, dan kun je je hart ophalen en ontdek je de vele lagen in deze trail. Het wordt dan vooral een bijzondere ontdekkingstocht. En dat maakte de Main Beskid Trail zo fascinerend, veel meer dan dat het toevallig met een ruime 500 km de langste trail van Polen is.

Meer info Main Beskid Trail, zie Polen.travel/nl.

portret van solohiker Shanna Bussink met verrekijker
Foto: ©Ad Snelderwaard

Shanna Bussink

Shanna Bussink is wildernisgids en heeft als solohiker vele paden betreden. Onder haar trailnaam Rayu bereid ze hikers fysiek en mentaal voor op hun trektocht. Kijk voor meer informatie op hikenbeginthier.nl en sterkerinjewandelschoenen.nl.

Terug naar resultaten

Route van de Maand – augustus ’24

Kenmerkend voor het Gendarmenpad zijn de uitzichten over de  Flensburgerfjord

Het Gendarmenpad (Gendarmstien) langs de Deens-Duitse grens is een betoverende route tussen Padborg en Skovby. Prachtige uitzichten over de Flensburger Fjord, haventjes vol dobberende jachten, stukjes strand met zeewier, eenzame kajakkers, geheimzinnige bossen en lage kliffen.

De route van 84 km volgt de voetsporen van de vroegere Deense gendarmen, die langs de Deense zijde van de fjord of langs de grens met Duitsland patrouilleerden. En je komt deze gendarmen nog steeds tegen, zij het niet meer levend. In voormalige wachthuisjes kijken ze als poppen verstild door de ruiten, speurend naar smokkelaars of naar wie er dan ook zonder toestemming de grens over wil steken.

bootje langs de route van het Gendarmenpad

Afgezien van Sønderborg, dat 30.000 inwoners telt, kom je niet langs grote plaatsen. Wel zie je regelmatig charmante ‘hobbithuisjes’ waar je gratis in kan bivakkeren en mini-vuurtorentjes. Ook zul je ongetwijfeld talloze bakstenen langs de vloedlijn tegenkomen, aangezien hier ooit het centrum van de Noord-Europese baksteenindustrie was gevestigd.

Het Gendarmenpad is voorzien van het keurmerk ‘Leading Quality Trails – Best of Europe’ van de European Ramblers Association (ERA) en voldoet aan de hoogste kwaliteitseisen op het gebied van wandelroutes.

Voor meer info: Gendarmsti.dk.

Terug naar resultaten

Fietsster bewondert het uitzicht in het IJzergebergte op de grens van Polen met Tsjechië
Tekst Stefan Maas Beeld Stefan Maas/Radoslaw Lesisz

Marianne van Oranje woonde er ooit, Walen zochten er naar bodemschatten en de Duitse adel liet er vele kastelen neerzetten. Het Poolse Neder-Silezië is voor veel Nederlanders en Vlamingen nog onontdekt terrein met een opmerkelijke historie, een provincie die talloze mogelijkheden biedt voor mooie fietstochten.

Een slingerende gravelweg voert ons steeds dieper in het IJzergebergte, ook wel het Jizeragebergte genoemd of Góry Izerskie in het Pools. Het is een dag om stilletjes van te dromen. Een warm zonnetje, mooie vergezichten en af en toe een pittig klimmetje of adrenaline-afdaling die je weer helemaal wakker schudt uit die droom. De banden knarsen over de steentjes terwijl we verhalen horen over zeldzame bergvogels die zich hier schuilhouden in het struikgewas. Wie doet ons wat?

Het decor verandert als de naaldbossen plots wijken en we door wuivende graslanden fietsen. En midden in die graslanden staat het Chatka Górzystów hostel, ofwel het ‘bergbeklimmershuisje’. Een spartaans onderkomen voor reizigers die wel eens wat anders willen dan een standaard hotelkamer. Er is geen douche. Wie een bad wil nemen, springt maar in een beekje. En afgezien van hetgeen twee zonnepaneeltjes op het rode metalen dak produceren, is er weinig of geen elektriciteit in het hostel. Ideaal voor wie offline wil zijn.

Fietser maakt foto van de specialiteit van het hostel: pannenkoeken met room en bosbessenjam

Beste pannenkoeken ter wereld

Chatka Górzystów is ook een pleisterplaats voor de talloze wandelaars en mountainbikers die hier op mooie dagen ronddwalen. Op picknickbanken genieten die van Poolse biertjes en de specialiteit van het huis: een soort opgevouwen pannenkoek met een berg room en bosbessenjam erop. Het zijn ‘de lekkerste pannenkoeken ter wereld’, aldus sommige bezoekers, die enthousiaste reviews achterlaten op Facebook. Natuurlijk proeven we van deze specialiteit; een caloriebom waarop we nog uren kunnen teren.

Dit opmerkelijke hostel heeft een even opmerkelijke historie. Ooit was hier een compleet dorp gevestigd: Groß Iser. Vanaf 1945 werd dit van de kaart geveegd door het Rode Leger en Poolse geniesoldaten. Waarschijnlijk omdat het vlak bij de grens met Tsjechië ligt, een zone die de Russen graag overzichtelijk hielden, liefst zonder bebouwing. Het bergbeklimmershuisje is in feite het laatste restant van Groß Iser; een voormalig schoolgebouw dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd herontdekt door Poolse studenten.

Gravelweg in het IJzergebergte

Historie met Duitse roots

Het verhaal van dit hostel staat niet op zichzelf. Wie iets van het Poolse woiwodschap (provincie) Neder-Silezië wil begrijpen, moet naar de historie kijken. Want lange tijd was Neder-Silezië niet Pools, maar Duits. Vanaf 1741 was het samen met Opper-Silezië een Pruisische provincie en later een deel van het Duitse Keizerrijk. Na de val van nazi-Duitsland werd Neder-Silezië bij Polen gevoegd en – nadat de oorspronkelijke bewoners waren gevlucht of verdreven – herbevolkt met Polen. Vandaar dat veel plaatsen vóór de oorlog andere, Duitse namen hadden. Voor de fietser is het moderne Silezië in ieder geval een speeltuin die nog weinig bewoners van de Lage Landen hebben ontdekt. En die onbekendheid is, zo merken we, onterecht.

Balanceren op een wiebelrots in Zuid-Polen

Geheimzinnige Walen

Het moet gezegd worden; zeker in het zuidelijke, bergachtige deel, heeft Neder-Silezië iets sprookjesachtigs. Erosie heeft hier een merkwaardig landschap gecreëerd. Rotsblokken die zich tegen elkaar aanschurken, of boven op elkaar balanceren. We testen een grote wiebelrots uit door erover te rennen. En inderdaad, de grote, tonnen wegende rots begint lichtjes heen en weer te bewegen. Doe je dit met tien man, dan…

In dit bergachtige landschap lieten Walen vanaf ongeveer de 12e eeuw geheimzinnige tekens achter, die de lokale bevolking vaak niet wist te ontcijferen. Tekens die je vandaag de dag nog steeds kunt tegenkomen. De Walen werden vanwege hun geologische kennis naar Silezië gehaald om bodemschatten op te sporen. IJzererts, koper, goud, zilver, noem maar op. Het was een gesloten gemeenschap, met eigen rituelen. Tegen buitenstaanders lieten ze weinig los. Spreken is zilver, zwijgen is goud. Tijdens hun zoektochten kregen ze hulp van toverstokjes, die tot hun uitrusting behoorden.

Fietsster voor een van de vele kastelen in Neder-Silezië
Het paleis Wojanow, vlak bij de Bóbr-rivier

De Vallei van Paleizen en Tuinen

Meer naar het oosten, richting de stad Jelenia Góra, belanden we in een ander sprookje. We fietsen door de Vallei van Paleizen en Tuinen, mét uitzicht op het Reuzengebergte (Karkonosze-gebergte). Die vallei was ooit een speeltuin van de adel. De ene nobele na de andere liet er een fraai optrekje neerzetten. En als je kasteel of landhuis geen uitzicht had op de 1603 meter hoge Schneekoppe (Tsjechisch Sněžka, Pools: Śnieżka ), de hoogste berg van het Reuzengebergte op de grens met Tsjechië, dan hoorde je er niet echt bij. Sommige kastelen in de vallei staan zo dicht bij elkaar, dat je makkelijk vanuit het ene kasteel naar je buurman-kasteelheer of -vrouwe kunt zwaaien.

De kastelenconcentratie in de vallei, met bijna 30 bijzondere monumentale gebouwen, heeft ook een link met het Huis van Oranje-Nassau. Marianne van Oranje-Nassau, ofwel Marianna Orańska in het Pools, dochter van Koning Willem I, gaf opdracht voor de bouw van Paleis Kamieniec Ząbkowicki. Het was ooit een neogotisch pareltje, dat in 1945 werd leeggeroofd door de Sovjets. Een jaar later brandde het af en verloor het nog meer van zijn glans. Momenteel wordt dit kasteel gerenoveerd en herbouwd, en zijn er rondleidingen voor toeristen.

Drie fietsers bij het herstelde slot Lomnica
Het kleine kasteel van Slot Łomnica, hersteld in oude glorie

Vergane en herstelde glorie

We zien meer voorbeelden van vergane glorie in de vallei tijdens onze fietstocht. Soms ontbreken zelfs delen van het kasteeldak. Hoeveel zo’n optrekje kost? Vier miljoen euro, horen we. Een koopje uiteraard, maar daarna begint pas het echte werk, een vele miljoenen kostende renovatie.

Maar we ervaren ook het tegenovergestelde; kastelen en paleizen die een fraai tweede leven hebben gekregen. Een voorbeeld daarvan is Slot Łomnica, ofwel Schloss Lomnitz. Elisabeth von Küster en haar man Ulrich kochten in 1991 diens oude familieslot terug om het in ere te herstellen. Geen eenvoudige opgave, aldus de kasteelvrouwe, alle kasteelromantiek ten spijt. Neem alleen al de opgave om zo’n bouwwerk te verwarmen. “In de winter sliepen de kinderen met hun wintersportkleren aan, zo koud was het binnen,” zegt ze, terwijl we met haar een rondje maken over het terrein.

Maar Elisabeth en haar gezin zetten door ondanks alle “kasteelontberingen”. Het resultaat van al dat werk is… een plaatje om te zien. Het grote kasteel van Lomnitz is omgetoverd tot een museum, het kleine kasteel tot een hotel met restaurant. Daaromheen ligt een prachtig park. En tegenover het slot, in de voormalige paardenstallen, is ook nog een tweede restaurant gevestigd. Elisabeth neemt afscheid van ons met de boodschap dat haar werk nog lang niet af is. Zo heeft ze onder meer nog plannen voor een wellness center… Voor haar is Łomnica geen project, maar een missie.

Het opgeslokte stadje

Op onze glimmende, nieuwe elektrische mountainbikes, gehuurd van de firma Ibajk, slingeren we door de vallei en fietsen door een niet-bestaand stadje. Dat klinkt wat raadselachtig, en dat is precies wat het dorp Miedzianka (voorheen Kupferberg) ook is. Het stadje lijkt na 700 jaar bestaansgeschiedenis door de aarde te zijn opgeslokt, alleen de kerk en een paar ruïnes staan er nog.

Na de oorlog speelde zich hier een geheime operatie af, geleid door het Rode Leger. In de bodem was uranium gevonden, en van 1949 tot in de jaren vijftig werd 600 ton uranium naar de USSR gestuurd. Dat gebeurde allemaal onder de dekmantel van een ‘papierfabriek’. ‘Werknemers’ van deze fictieve papierfabriek konden maar beter hun mond houden over wat ze werkelijk deden.

De mijnbouw betekende ook de ondergang van het stadje. De grond werd instabiel door de vele mijntunnels. Gedurende de jaren zestig en zeventig moesten de inwoners verhuizen en zijn de meeste gebouwen afgebroken. Wel wél bewaard is gebleven, is het lokale bier, dat nu gebrouwen wordt door Browar Miedzianka, even buiten de verdwenen stad. We smeren met deze biertjes onze kelen en laten de accu’s afkoelen. Het raadsel van Miedzianka, wat er zich allemaal precies hier heeft afgespeeld, daar komen we toch niet achter.

De Bóbr-rivier in Neder-Silezië met daarlangs een magistrale fietsroute

De Bóbr Magistrala

Tijd om weer verder te gaan. Door de Vallei van Paleizen en Tuinen kronkelt ook een speels riviertje, de Bóbr. We fietsen er een tijdje langs, over heerlijk rustige asfaltweggetjes. We zijn op het traject aanbeland van de Bóbr Magistrala, een fietsroute van 120 km vanaf de grens met Tsjechië tot aan Bolesławiec, de hoofdstad van de keramiek. Een magistrale route voor wie wil onthaasten, met een makkelijk eerste deel en een wat pittiger tweede gedeelte, met meer steile klimmetjes en fietsen over veld- en bospaden.

Fietsen door een enorm vijvergebied bij de stad Milicz in Neder-Silezië

De kweekvijvers van Milicz

Neder-Silezië laat de volgende dag weer een ander gezicht zien. En dat gezicht lijkt een beetje op Nederland. Een vlak gebied met zo’n 300 kweekvijvers voor met name karpers in de omgeving van de stad Milicz, ten noorden van Wroclaw. Met dank aan monniken, die de vijvers vanaf de 12e eeuw aanlegden, waarbij ze gebruikmaakten van het nog steeds schone water van de Barycz-rivier. Ze creëerden uiteindelijk een van de grootste aaneenschakeling van vijvers ter wereld.

We pedaleren langs diverse vijvers. Het gebied is stil, verlaten op deze zomerse zaterdagochtend. In het voor- en najaar is er meer beweging te zien, tal van watervogels doen dan dit gebied aan tijdens hun trektocht. Met zoveel water en zoveel voedsel is het een paradijs voor zowel vogels als vogelaars. Je kunt er 276 vogelsoorten spotten. En het is dat we weten dat deze vijvers ooit zijn aangelegd, anders zouden we gezworen hebben dat het om een natuurlijk gebied zou gaan.

Stopplaats op het Ryszard Szurkowski-fietspad in het 'karpergebied' van Neder-Silezië

Het fietsen gaat makkelijk in dit karpergebied. Zeker als je het Ryszard Szurkowski-fietspad (23 km) volgt over een voormalige spoorlijn tussen Grabownica en Gruszeczka. Er is werkelijk alles aan gedaan om het de fietser naar de zin te maken. Mooie rustplaatsen, één zelfs voorzien van fitnesstoestellen, oude treinwagons, ja, ook een aquarium langs de route met karpers en andere vissen. Geen zin om te fietsen? Je kunt er ook heerlijk barbecueën op een van de picknickplaatsen. Ryszard Szurkowski, een in Polen legendarische wielrenner die in de seventies als Oostblok-amateur zijn successen boekte, had er ongetwijfeld met veel plezier overheen gefietst.

Collage van beelden van de hoofdstad van Neder-Silezië in Polen: Wroclaw

Epiloog

Wroclaw, stad van de rebelse kabouters

Het kan bijna niet anders, als toerist in Neder-Silezië kom je waarschijnlijk altijd wel een keer terecht in de provinciehoofdstad Wroclaw, die tot 1945 Breslau heette. En dat stadscentrum is verrassend leuk! We belanden er tijdens de jaarmarkt. Duizenden Polen wringen zich langs marktkraampjes en de prachtige gekleurde huizen op het middeleeuwse marktplein. Het statige universiteitsgebouw is een must-visit, evenals de kathedralen, de vele bruggen… En heel fascinerend: onder al die historische gebouwen leven meer dan 300 kabouters, die je ook her en der op straat aantreft. Ze zijn ooit ontstaan in de jaren tachtig van de vorige eeuw als een ludiek absurdistisch protest tegen het communisme, en gingen vervolgens een eigen leven leiden. Wie van deze kleine lieden houdt, kan de Wroclaw’s Dwarf Trail volgen om ze beter te leren kennen.

Info: Visitwroclaw.eu.

Even de geweren uitproberen in de expo-ruimte van het sportcentrum

Trainen in #NaPolanie

Het nieuwe Neder-Silezische Sportcentrum in Polana Jakuszycka, #NaPolanie, heeft werkelijk alles in huis om zowel amateurs als professionals optimaal te laten trainen. Grote fitnessruimtes, een biatlon-baan, zwembad, gym, expositieruimte met allerlei activiteiten, noem maar op. Je kunt er ook slapen op gesimuleerde hoogte: er zijn kamers waarin het zuurstofpercentage kunstmatig laag wordt gehouden (hypoxiesysteem). Wij huurden er uitstekende mountainbikes voor een rit in de bergachtige omgeving.

Info: Polanajakuszycka.pl

Info over Neder-Silezië

Algemene toeristische informatie Polen en Neder-Silezië: Polen.travel/nl.
Info Neder-Silezie: Dolnyslask.travel.
Voor fietsen en wandelen in het Reuzengebergte en Vallei Paleizen en Tuinen: Visitkarkonosze.com.
Voor een bezoek aan of overnachting in Palac Łomnica: Palac-lomnica.pl.
Rondleiding kasteel Marianne van Oranje-Nassau, Palacmarianny.com.pl.
Wij huurden in de Vallei van Paleizen en Tuinen e-bikes van de firma Ibajk. Facebook: iBAJKpl.
Fietsen langs de Bóbr-rivier: Polen.travel.
Fietsroutes rond de karpervijvers bij Milicz, Dolnoslaskakrainarowerowa.pl.
Informatie over Wroclaw, Visitwroclaw.eu.
Vliegveld Wroclaw, Airport.wroclaw.pl.
Aanrader: wij sliepen een nacht in Camp66, een uitstekende camping met heerlijk eten en winnaar van een ACSI Award 2024, Camp66.pl.

Terug naar resultaten

Het bergmeer Bessvatnet en het lager gelegen turquoise gletsjermeer Gjende zijn de highlights van de Beseggen-wandeling

Tekst en beeld Jessica Lokker

Noorwegen is een uitstekend land voor wandelliefhebbers. Tijdens een rondreis in Noorwegen springt er toch wel één wandeling tussenuit: de Besseggen-wandeling in Jotunheimen nationaal park.

De Besseggen in Noorwegen is een bergkam die als een natuurlijke hotdog tussen twee prachtige meren ligt: het donkerblauwe bergmeer Bessvatnet en het lager gelegen turquoise gletsjermeer Gjende. Het sterke kleurcontrast van de bergmeren is het beste te zien op een zonnige dag.

Deze wandeldag begint echter bewolkt. Ga ik echt helemaal naar boven klimmen als de zon niet verschijnt en het uitzicht gaat tegenvallen? Mopperende gedachten vullen mijn hoofd. Ik verlaat de boot die ons van Gjendesheim naar Memurubu heeft gebracht. Met zo’n veertig mensen lopen we in een menselijk treintje naar boven. Dit bevordert mijn humeur niet echt.

Hiken boven het gletsjermeer Gjende in Noorwegen

Twee prachtige bergmeren met contrast

Maar na de eerste klim worden we beloond met een heerlijk uitzicht op de eerste bergtoppen: Gloptinden en Besshoe. Terwijl we een eerste meertje passeren, hebben we uitzicht over het grote gletsjermeer Gjende. De turquoise kleur is zelfs zonder het zonlicht prachtig, aftekenend tegen de imposante bergen rondom het meer. Het smeltwater van de omringende gletsjers zorgt ervoor dat het Gjende-meer een troebele turquoise kleur heeft.

En hoe meer we omhoog klimmen, hoe indrukwekkender de uitzichten worden. Na enkele kilometers krijgen we ook uitzicht op het andere, hoger gelegen meer: Bessvatnet. Dit meer wordt enkel gevuld met regenwater, waardoor het een heldere donkerblauwe kleur heeft. Precies op het juiste moment dringen er zonnestralen door het wolkendek. Een adembenemend uitzicht over beide meren en op de Besseggen-bergrug is het resultaat.

Steenmannetje langs de trail van de Beseggen

Thuis van de reuzen

Home of the giants. De bergen van Jotunheimen Nationaal Park staan bij de Noren bekend als het thuis van de reuzen; zij worden Jötun genoemd in de Noorse mythologie. De hoogste bergtoppen, waaronder de Galdhøpiggen, liggen in dit deel van Noorwegen. En volgens de legendes leven deze gigantische reuzen dus in deze bergen.

De Jötun zouden de bergen zelfs in beweging brengen als ze boos zijn. Daarom durven bijgelovige Noren niet zomaar de Besseggen-wandeling te maken. En eerlijk is eerlijk; deze wandeling is niet voor iedereen weggelegd. Wanneer je online zoekt naar “Besseggen” komen er suggesties zoals “Besseggen accidents”, “Besseggen deaths” en “Besseggen dangerous” als veelvoorkomende zoektermen.

Met handen en voeten

Ik denk hierover na terwijl ik over de nauwe bergrug klim, via grote rotsblokken. Het is meer klimmen dan wandelen, dus ik kan me voorstellen dat mensen met hoogtevrees en weinig bergervaring niet vrolijk worden van dit stuk. Je moet soms handen en voeten gebruiken om vooruit te komen tijdens het klimmen. Ik vind het echter heerlijk; als een berggeit klimmen we steeds een niveautje hoger op dit steile stuk. Af en toe draai ik me om om van het uitzicht over de bergmeren en de omringende bergen te genieten.

Ik ervaar de Besseggen-wandeling niet als gevaarlijk, maar het is zeker verstandig om wandelervaring in de bergen te hebben. Bovendien kan het weer verraderlijk zijn, dus houd dit goed in de gaten. Er zijn weinig schuilplaatsen onderweg en je wilt niet in de bergen zijn tijdens een hagel- of onweersbui. Check dus van tevoren het weer en bij twijfel: niet doen.

Beseggen

Praktische info over Besseggen in Noorwegen

De Besseggen-wandeling in Noorwegen loopt van Gjendesheim naar Memurubu. De meeste wandelaars starten echter vanaf Memurubu, omdat dit makkelijker is met de boottocht. Wanneer je met de boottocht van Gjendesheim naar Memurubu start, voel je geen tijdsdruk om de laatste boot te halen.

Met de boot naar het startpunt van de Beseggen-hike

De wandeltocht van Memurubu naar Gjendesheim is 14,5 kilometer lang. Het is in principe een point-to-point-wandeling. Als je geen boottocht wilt maken, zul je dezelfde route moeten lopen om naar het startpunt te gaan. Het is mogelijk om bij Memurubu te overnachten.

De Besseggen-wandeling duurt 6 tot 8 uur, afhankelijk van je conditie en het aantal pauzes. Tijdens de wandeling stijg je bijna 1100 meter.

Houd er rekening mee dat je onderweg niet de mogelijkheid hebt om eten of drinken te kopen. Neem dus zelf voldoende eten en water mee. Bij de haven van Gjendesheim is een winkeltje, maar het is handiger om van tevoren boodschappen te doen bij een supermarkt.

In principe kun je niet verdwalen tijdens de Besseggen-wandeling, want de route spreekt voor zich. Bovendien starten alle wandelaars vanaf de boot op vrijwel hetzelfde moment, waardoor je in het begin in een treintje naar boven wandelt. De markering voor deze wandeling is – net als voor andere bekende wandeltochten in Noorwegen – een rode T.

Parkeren voor de Besseggen

De bergrug Besseggen ligt in het Jotunheimen Nationaal Park. Beitostølen is het meest nabijgelegen dorp waar je onder meer accommodaties, supermarkten en tankstations vindt. Voor de Besseggen-wandeling moet je de auto bij de Long Term Parking for Gjendesbaten zetten. Deze parkeerplaats ligt bij een afslag vanaf autoweg 51. Een dagkaart voor parkeren met een auto is 150 Noorse kronen (€15 euro).

Je kunt niet bij de haven van Gjendesheim parkeren als je gaat wandelen, want de parkeerplaatsen zijn alleen beschikbaar voor kort parkeren. Vanaf de parkeerplaats voor wandelaars gaan er constant gratis shuttlebussen naar de haven van Gjendesheim.

Een bootticket voor Gjendesheim – Memurubu regelen

Het is verstandig om van tevoren online een bootticket te kopen. Online kun je namelijk zien hoeveel plaatsen er nog beschikbaar zijn. Het is ook mogelijk om een bootticket bij de haven te kopen, maar er bestaat de kans dat alles voor die dag al is uitverkocht. Een bootticket voor volwassenen (enkele reis) kost 200 Noorse kronen (€20 euro).

De meest populaire boot is de eerste boot van Gjendesheim naar Memurubu. Mensen hebben dan het meeste daglicht en genoeg tijd om te wandelen. De boottocht duurt 25 minuten.

Zie ook: Beseggen.net.

portret Jessica Lokker

Jessica Lokker

De Brabantse Jessica Lokker is het gelukkigst als ze wandelend verhalen en foto’s kan maken in de natuur, het liefst in de bergen. Inmiddels heeft ze in heel wat landen de wandelpaden ontdekt. Op Corners of the World laat ze zien wat voor moois de wereld te bieden heeft en dat er veel meer mogelijk is dan dat mensen soms denken.

Terug naar resultaten

Route van de maand – juli ’24

Luchtfoto van De Hoge Kempen
NP Hoge Kempen ©Chris König

Nationaal Park Hoge Kempen in Belgisch Limburg vormt het prachtige decor voor de National Park Trail, een lange-afstandswandeling van 110 km.

Voor wie dit natuurgebied nog niet kent, NP Hoge Kempen was het eerste nationale park in België. Heuvels, meren, duinen, heide en natuurlijk bossen; je komt het er allemaal tegen. Via zes toegangspoorten kun je dit uitgestrekte gebied te voet, te paard of met de fiets verkennen.

De rondwandeling heeft in het dichtbevolkte Vlaanderen iets bijzonders te bieden. Je ziet nauwelijks auto’s of gebouwen tijdens de wandeling, wat de natuurbeleving natuurlijk versterkt. De meeste wandelaars zullen de trail in vier of vijf dagen afleggen.

In december 2022 werd de route erkend als ‘Leading Quality Trail – Best of Europe’. Ook ontving ze in 2023 een nominatie voor de Wandelroute van het Jaar 2023, een initiatief van de Fiets en Wandelbeurs.

Meer info: Nationaalparkhogekempen.be.

National Park Trail - 110km


  
              

Terug naar resultaten

Vänerleden (Zweden) Route van de Maand juni ’24

Twee fietsers langs de oever van het Vänern-meer in Zweden
Foto: ©Cred Jonas Ingman/westsweden.com

De route van 640 km loopt rond het grootste meer van Zweden, het Vänern, en is de zesde nationale fietsroute van dat land. Ook is het de langste fietsroute van Zweden en de enige die rond een groot meer loopt.

Natuurlijk krijg je mooie vergezichten over het water voorgeschoteld als je de Vänerleden fietst, maar het is niet zo dat de route constant langs de oever loopt. Regelmatig doorkruis je ruige bossen en fiets je langs golvende weilanden. Soms gaat het over fietspaden, dan weer over rustige binnenwegen en gravelpaden waar je geen mens tegenkomt.

Knijp zeker in de remmen als je Sjötorp nadert, waar het Göta Kanaal begint. Schepen moeten daar maar liefst acht sluizen passeren, wat het nodige bekijks trekt. Ook Mariestad, Vänersborg en Ecopark Halle Hunneberg zijn een bezoekje waard tijdens de Tour de Vänern.

Meer info: En.vanerleden.se

Terug naar resultaten

Kling-Klang, neanderthalers en Cyclingworld Europe

Tekst en beeld Stefan Maas

Op zo’n 3 uur treinen van Utrecht ligt Düsseldorf, een stad die een ontdekkingstocht te voet of per fiets meer dan waard is. Zeker als je het combineert met een bezoekje aan Cyclingworld Europe.

kroegentocht in de Altstadt van Düsseldorf

Als een prinsesje laat de dove bull terriër Rousey zich die avond in een fietszijspan vervoeren in de Altstadt. Ze is van het ras dat vervaarlijke vechthonden voortbrengt met gestaalde kaken. Honden waar je graag met een overdreven grote boog omheen loopt, waarbij het niet eens bij je opkomt om ze te gaan aaien. Maar in haar roze bodywarmertje en met haar vragende ogen ziet ze er net zo gevaarlijk uit als een meisje van elf met vlechtjes in het haar.

Haar baasje, een Amerikaan die in Duitsland werkt, glimlacht als hij wordt aangesproken. “Ze houdt er niet van om naar het park te lopen”, legt hij uit. “Vandaar de zijspan.” We zullen niet de eerste zijn die hem aanspreekt en zeker niet de laatste. In no time staat er weer iemand anders bij Rousey die via haar smartphone de hond aan weer iemand anders laat zien. Ga met een pitbull in een roze bodywarmer in een winkelstraat lopen en je hebt gegarandeerd aanspraak.

Drinken met neanderthalers

Maar hoe cute Rousey ook is, we zijn hier niet speciaal voor de Düsseldorfer honden. Hoog tijd om wat cultuur op te snuiven. Natuurlijk duiken we daarom enkele brouwerijen in om het lokale Altbier te proeven. Dit donkere bier van hoge gisting wordt al eeuwen in het Rijnland en Düsseldorf gebrouwen. Aan cafés overigens geen gebrek hier. De Altstadt heeft meer dan 260 cafés en pubs in de aanbieding. Die verzameling horeca wordt ook wel aangeduid als de ‘langste bar ter wereld’. Je kunt er dan ook makkelijk een dagenlange kroegentocht houden zonder ooit 2 x hetzelfde café binnen te waggelen. Zo je dat zou willen, uiteraard.

Het is nog vroeg in de middag, zodat het niet erg druk is in de cafés. Maar dat verandert in de weekends, als de neanderthalers – zo horen we – soms de binnenstad overnemen om er te gaan slempen en te zwelgen. Met name bij vrijgezellenfeesten. Deze oermensen zijn dus toch niet helemaal uitgestorven. Na de nachtelijke zuippartij gaan ze wellicht weer terug naar het Neanderthal Museum in Mettmann, niet ver van Düsseldorf. Bij Mettmann werden 160 jaar geleden de fossielen opgegraven van oermensen die toen – voor het eerst – het etiket van ‘Neanderthalers’ kregen opgeplakt.

Urban art is een van de bezienswaardigheden van Düsseldorf

Urban art in Düsseldorf

En wat de kunst betreft in Düsseldorf, die ligt op en vooral aan de straat. Overal zie je fascinerende muurschilderingen opduiken: van simpele graffiti tot urban art van gerenommeerde kunstenaars. De overtreffende urban art-trap is de Kiefernstraße, waar een artistieke explosie heeft plaatsgevonden. Huis na huis is voorzien van kleurrijke schilderingen; soms grappig, soms met een achterliggende politieke gedachte.

Het is allemaal ver verwijderd van de pubers die decennia geleden in het donker hun primitieve tags aanbrachten op muurtjes. Toen stond graffiti gelijk aan vervuiling, waar de lokale politie streng tegen optrad. Ik hoor met stijgende ontzetting dat er in de eighties torenhoge boetes aan Düsseldorfers zijn uitgedeeld vanwege graffiti.

Düsseldorfer straatkunst: de pilaarheiligen

Tijdens de urban art-tocht kijken ook de Säulenheiligen kijken op ons neer. Beelden op zuilen van ‘doodgewone mensen’ die ‘doodgewone dingen’ doen, creaties van de kunstenaar Christoph Pöggeler. Deze werd ongetwijfeld geïnspireerd door de legendarische pilaarheiligen, of stylieten. Asceten die hun leven als boetedoening doorbrachten op een pilaar.

Een punkrockband oefent in de Altstadt.

De kraamkamer van techno

Stilzitten op een zuil gaat ons te ver, wij kiezen voor wat meer beweging en lopen verder. In de straatjes waaien flarden punkrock ons tegemoet. Een band test zijn apparatuur voor een concert vanavond. Düsseldorf heeft meer op muziekgebied te bieden dan je wellicht zou denken. De muziekscene van Düssel is fameus en was vaak voorzien van een avant-gardistisch sausje. Zo renden de synthesizer-heren van Kraftwerk er ooit als jochies rond en legden in hun Kling-Klang-studio de basis voor de latere techno. Maar ook bekende bands als Die Toten Hosen en DAF, ofwel Deutsch-Amerikanische Freundschaft, komen uit Düsseldorf.

Kling-Klang was ooit gevestigd in een onopvallend pand bij de Hauptbahnhof, en dan is het niet vreemd dat de band een album als ‘Trans Europa Express’ produceerde, gebaseerd op dat kenmerkende ritme van een treinrit. “From station to station. Back to Düsseldorf City. Meet Iggy Pop and David Bowie.” Tegenwoordig is vooral de Salon des Amateurs, onderdeel van de Kunsthalle, het episch centrum van de Düsseldorfer sound.

Little Tokyo

Razendsnel verplaatsen we ons in hartje Düsseldorf met onze huurfietsen. In Little Tokyo, een wijk rond de Immermannstraße met veel Japanse en ook Koreaanse immigranten, slurpen we pittige Japanse noedelsoep op. Je waant je even niet in het land van bier, sauerkraut und bratwurst, maar in een stukje Japan waar je Aziatische gerechten kunt eten. Düsseldorf kent de grootste Japanse gemeenschap van Europa, wat het gevolg is van de vele Japanse bedrijven die hier zijn of waren gevestigd.

Beeld van Cyclingworld Europe in het Areal Böhler

Cyclingworld Europe

Met de fiets kunnen we makkelijk alle highlights in het centrum bezoeken. Het gaat nog sneller als we de (deels bovengrondse) metro nemen naar de andere kant van de stad voor Cyclingworld Europe in het Areal Böhler. De namen van de 6 hallen van het Areal verraden de historie van deze bijzondere locatie: Alte Schmiedehalle, Kaltstahlhalle, Alte Federnfabrik, Altes Kesselhaus, Halle am Wasserturm en Glühofenhalle. Dit was tussen 1915 en 1993 een hotspot van de Duitse staalindustrie, waar circa 2500 arbeiders ploeterden tussen de ovens.

Het vuur van de ovens is dus al een tijd geleden gedoofd en de arbeiders zijn verdwenen, maar de industriële uitstraling van Areal Böhler is intact gebleven. En dat maakt het tot een karaktervolle locatie voor een event als Cyclingworld Europe. We kijken onze ogen uit. 6 hallen tot de laatste vierkante meter bezet met fietsen in allerlei soorten en maten. Kinderfietsen, cargobikes, gravelbikes, e-bikes, toerfietsen, racefietsen, fatbikes; de halve fietswereld heeft zich hier verzameld. En buiten is een groot testterrein met pop-uptenten van de deelnemende merken en een groot parcours waar je veel vaart kunt maken.

Collage van diverse foto's van Cyclingworld Europe in Düsseldorf

Met 300 fietsexposanten en ruim 400 merken is er voor ‘iedereen’ wel wat te vinden. En dat is ook te merken aan het volk dat Cyclingworld trekt. Niet alleen de afgetrainde fietser die rondsnuffelt naar het allerlichtste materiaal om nog harder te gaan, maar ook de 50-plusser die op zoek gaat naar een elektrische fiets om met een bedaagde hartslag rustiek te peddelen. Later horen we dat er zo’n 25.000 fietsliefhebbers op het event in Düsseldorf zijn afgekomen. En dat was geen verrassing, gezien de drukte in de hallen van Areal Böhler.

Info Düsseldorf

Toerisme algemeen
Urban art
Cyclingworld Europe
Altbier safari

Terug naar resultaten

Route van de maand mei ’24

Fietsster bij een bord over de Van Gogh routes Drenthe
Foto: ©Jessica de Korte

Op de Fiets en Wandelbeurs in Utrecht werd deze route bekroond met de eretitel ‘Hicle Fietsroute van het Jaar 2024’. Een prachtige en enorme afwisselende route, die voor Nederlanders bovendien ‘in de eigen achtertuin’ ligt.

Er zijn vele Van Gogh-routes. Veel mensen zullen zich afvragen waarom Drenthe er ook een heeft. Want Van Gogh woonde toch immers in Brabant, België en Frankrijk? Toch verbleef de vermaarde kunstenaar ook drie maanden in Drenthe. De route laat je kennismaken met het fraaie oerlandschap waar de kunstenaar zich door liet inspireren.


Bij deze Fietsroute van het Jaar gaat het in feite om drie routes van circa 50 km, die ook als één route van 150 km kan worden gefietst. Je fietst door speelse akkers met oude brinkdorpen, bossen en drassige veengebieden, waar de natuur weer haar gang mag gaan. Het thema komt extra tot leven door mooie doorkijkpanelen en een boeiend routeboekje, vol verhalen over Vincent en de tijd waarin hij leefde.

Meer info Van Gogh Drenthe Fietsroutes: Drenthe.nl.

Terug naar resultaten

Route van de maand april ’24

Groep wandelaars op de Venntrilogie in Oost-België
Foto ©Chris Eyre Walker Interreg EFRE

De Venntrilogie is de nieuwe ‘must-walk’ in de Benelux. Over een afstand van 109 km doorkruis je de mooiste landschappen van Oost-België.

De route heeft over erkenning niet te klagen. De Venntrilogie werd op de Fiets en Wandelbeurs in Gent uitgeroepen tot Wandelroute van het Jaar 2024. En eerder al kende de European Ramblers Association (ERA) haar het prestigieuze label toe van ‘Leading Quality Trails – Best of Europe’.

kaartje met het traject van de Venntrilogie in Oost-België

Het traject loopt van het drielandenpunt met Nederland en Duitsland naar Bütgenbach. Daarbij maak je kennis met het weide- en heggenlandschap in het noorden, de moerasgebieden van de Hoge Venen en het ruige bos- en merenlandschap in het zuiden. En voor wie een uitstapje naar Duitsland wil wagen is er een grensoverschrijdende verbinding met de prachtige Eifelsteig.

Meer info: zie de website over de route.

Wandelaars in het landschap van de Hoge Venen op het traject van de Venntrilogie.
Foto ©Chris Eyre Walker Interreg EFRE