Tekst Stefan Maas Beeld Stefan Maas/Radoslaw Lesisz
Marianne van Oranje woonde er ooit, Walen zochten er naar bodemschatten en de Duitse adel liet er vele kastelen neerzetten. Het Poolse Neder-Silezië is voor veel Nederlanders en Vlamingen nog onontdekt terrein met een opmerkelijke historie, een provincie die talloze mogelijkheden biedt voor mooie fietstochten.
Een slingerende gravelweg voert ons steeds dieper in het IJzergebergte, ook wel het Jizeragebergte genoemd of Góry Izerskie in het Pools. Het is een dag om stilletjes van te dromen. Een warm zonnetje, mooie vergezichten en af en toe een pittig klimmetje of adrenaline-afdaling die je weer helemaal wakker schudt uit die droom. De banden knarsen over de steentjes terwijl we verhalen horen over zeldzame bergvogels die zich hier schuilhouden in het struikgewas. Wie doet ons wat?
Het decor verandert als de naaldbossen plots wijken en we door wuivende graslanden fietsen. En midden in die graslanden staat het Chatka Górzystów hostel, ofwel het ‘bergbeklimmershuisje’. Een spartaans onderkomen voor reizigers die wel eens wat anders willen dan een standaard hotelkamer. Er is geen douche. Wie een bad wil nemen, springt maar in een beekje. En afgezien van hetgeen twee zonnepaneeltjes op het rode metalen dak produceren, is er weinig of geen elektriciteit in het hostel. Ideaal voor wie offline wil zijn.
Chatka Górzystów is ook een pleisterplaats voor de talloze wandelaars en mountainbikers die hier op mooie dagen ronddwalen. Op picknickbanken genieten die van Poolse biertjes en de specialiteit van het huis: een soort opgevouwen pannenkoek met een berg room en bosbessenjam erop. Het zijn ‘de lekkerste pannenkoeken ter wereld’, aldus sommige bezoekers, die enthousiaste reviews achterlaten op Facebook. Natuurlijk proeven we van deze specialiteit; een caloriebom waarop we nog uren kunnen teren.
Dit opmerkelijke hostel heeft een even opmerkelijke historie. Ooit was hier een compleet dorp gevestigd: Groß Iser. Vanaf 1945 werd dit van de kaart geveegd door het Rode Leger en Poolse geniesoldaten. Waarschijnlijk omdat het vlak bij de grens met Tsjechië ligt, een zone die de Russen graag overzichtelijk hielden, liefst zonder bebouwing. Het bergbeklimmershuisje is in feite het laatste restant van Groß Iser; een voormalig schoolgebouw dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd herontdekt door Poolse studenten.
Het verhaal van dit hostel staat niet op zichzelf. Wie iets van het Poolse woiwodschap (provincie) Neder-Silezië wil begrijpen, moet naar de historie kijken. Want lange tijd was Neder-Silezië niet Pools, maar Duits. Vanaf 1741 was het samen met Opper-Silezië een Pruisische provincie en later een deel van het Duitse Keizerrijk. Na de val van nazi-Duitsland werd Neder-Silezië bij Polen gevoegd en – nadat de oorspronkelijke bewoners waren gevlucht of verdreven – herbevolkt met Polen. Vandaar dat veel plaatsen vóór de oorlog andere, Duitse namen hadden. Voor de fietser is het moderne Silezië in ieder geval een speeltuin die nog weinig bewoners van de Lage Landen hebben ontdekt. En die onbekendheid is, zo merken we, onterecht.
Het moet gezegd worden; zeker in het zuidelijke, bergachtige deel, heeft Neder-Silezië iets sprookjesachtigs. Erosie heeft hier een merkwaardig landschap gecreëerd. Rotsblokken die zich tegen elkaar aanschurken, of boven op elkaar balanceren. We testen een grote wiebelrots uit door erover te rennen. En inderdaad, de grote, tonnen wegende rots begint lichtjes heen en weer te bewegen. Doe je dit met tien man, dan…
In dit bergachtige landschap lieten Walen vanaf ongeveer de 12e eeuw geheimzinnige tekens achter, die de lokale bevolking vaak niet wist te ontcijferen. Tekens die je vandaag de dag nog steeds kunt tegenkomen. De Walen werden vanwege hun geologische kennis naar Silezië gehaald om bodemschatten op te sporen. IJzererts, koper, goud, zilver, noem maar op. Het was een gesloten gemeenschap, met eigen rituelen. Tegen buitenstaanders lieten ze weinig los. Spreken is zilver, zwijgen is goud. Tijdens hun zoektochten kregen ze hulp van toverstokjes, die tot hun uitrusting behoorden.
Meer naar het oosten, richting de stad Jelenia Góra, belanden we in een ander sprookje. We fietsen door de Vallei van Paleizen en Tuinen, mét uitzicht op het Reuzengebergte (Karkonosze-gebergte). Die vallei was ooit een speeltuin van de adel. De ene nobele na de andere liet er een fraai optrekje neerzetten. En als je kasteel of landhuis geen uitzicht had op de 1603 meter hoge Schneekoppe (Tsjechisch Sněžka, Pools: Śnieżka ), de hoogste berg van het Reuzengebergte op de grens met Tsjechië, dan hoorde je er niet echt bij. Sommige kastelen in de vallei staan zo dicht bij elkaar, dat je makkelijk vanuit het ene kasteel naar je buurman-kasteelheer of -vrouwe kunt zwaaien.
De kastelenconcentratie in de vallei, met bijna 30 bijzondere monumentale gebouwen, heeft ook een link met het Huis van Oranje-Nassau. Marianne van Oranje-Nassau, ofwel Marianna Orańska in het Pools, dochter van Koning Willem I, gaf opdracht voor de bouw van Paleis Kamieniec Ząbkowicki. Het was ooit een neogotisch pareltje, dat in 1945 werd leeggeroofd door de Sovjets. Een jaar later brandde het af en verloor het nog meer van zijn glans. Momenteel wordt dit kasteel gerenoveerd en herbouwd, en zijn er rondleidingen voor toeristen.
We zien meer voorbeelden van vergane glorie in de vallei tijdens onze fietstocht. Soms ontbreken zelfs delen van het kasteeldak. Hoeveel zo’n optrekje kost? Vier miljoen euro, horen we. Een koopje uiteraard, maar daarna begint pas het echte werk, een vele miljoenen kostende renovatie.
Maar we ervaren ook het tegenovergestelde; kastelen en paleizen die een fraai tweede leven hebben gekregen. Een voorbeeld daarvan is Slot Łomnica, ofwel Schloss Lomnitz. Elisabeth von Küster en haar man Ulrich kochten in 1991 diens oude familieslot terug om het in ere te herstellen. Geen eenvoudige opgave, aldus de kasteelvrouwe, alle kasteelromantiek ten spijt. Neem alleen al de opgave om zo’n bouwwerk te verwarmen. “In de winter sliepen de kinderen met hun wintersportkleren aan, zo koud was het binnen,” zegt ze, terwijl we met haar een rondje maken over het terrein.
Maar Elisabeth en haar gezin zetten door ondanks alle “kasteelontberingen”. Het resultaat van al dat werk is… een plaatje om te zien. Het grote kasteel van Lomnitz is omgetoverd tot een museum, het kleine kasteel tot een hotel met restaurant. Daaromheen ligt een prachtig park. En tegenover het slot, in de voormalige paardenstallen, is ook nog een tweede restaurant gevestigd. Elisabeth neemt afscheid van ons met de boodschap dat haar werk nog lang niet af is. Zo heeft ze onder meer nog plannen voor een wellness center… Voor haar is Łomnica geen project, maar een missie.
Op onze glimmende, nieuwe elektrische mountainbikes, gehuurd van de firma Ibajk, slingeren we door de vallei en fietsen door een niet-bestaand stadje. Dat klinkt wat raadselachtig, en dat is precies wat het dorp Miedzianka (voorheen Kupferberg) ook is. Het stadje lijkt na 700 jaar bestaansgeschiedenis door de aarde te zijn opgeslokt, alleen de kerk en een paar ruïnes staan er nog.
Na de oorlog speelde zich hier een geheime operatie af, geleid door het Rode Leger. In de bodem was uranium gevonden, en van 1949 tot in de jaren vijftig werd 600 ton uranium naar de USSR gestuurd. Dat gebeurde allemaal onder de dekmantel van een ‘papierfabriek’. ‘Werknemers’ van deze fictieve papierfabriek konden maar beter hun mond houden over wat ze werkelijk deden.
De mijnbouw betekende ook de ondergang van het stadje. De grond werd instabiel door de vele mijntunnels. Gedurende de jaren zestig en zeventig moesten de inwoners verhuizen en zijn de meeste gebouwen afgebroken. Wel wél bewaard is gebleven, is het lokale bier, dat nu gebrouwen wordt door Browar Miedzianka, even buiten de verdwenen stad. We smeren met deze biertjes onze kelen en laten de accu’s afkoelen. Het raadsel van Miedzianka, wat er zich allemaal precies hier heeft afgespeeld, daar komen we toch niet achter.
Tijd om weer verder te gaan. Door de Vallei van Paleizen en Tuinen kronkelt ook een speels riviertje, de Bóbr. We fietsen er een tijdje langs, over heerlijk rustige asfaltweggetjes. We zijn op het traject aanbeland van de Bóbr Magistrala, een fietsroute van 120 km vanaf de grens met Tsjechië tot aan Bolesławiec, de hoofdstad van de keramiek. Een magistrale route voor wie wil onthaasten, met een makkelijk eerste deel en een wat pittiger tweede gedeelte, met meer steile klimmetjes en fietsen over veld- en bospaden.
Neder-Silezië laat de volgende dag weer een ander gezicht zien. En dat gezicht lijkt een beetje op Nederland. Een vlak gebied met zo’n 300 kweekvijvers voor met name karpers in de omgeving van de stad Milicz, ten noorden van Wroclaw. Met dank aan monniken, die de vijvers vanaf de 12e eeuw aanlegden, waarbij ze gebruikmaakten van het nog steeds schone water van de Barycz-rivier. Ze creëerden uiteindelijk een van de grootste aaneenschakeling van vijvers ter wereld.
We pedaleren langs diverse vijvers. Het gebied is stil, verlaten op deze zomerse zaterdagochtend. In het voor- en najaar is er meer beweging te zien, tal van watervogels doen dan dit gebied aan tijdens hun trektocht. Met zoveel water en zoveel voedsel is het een paradijs voor zowel vogels als vogelaars. Je kunt er 276 vogelsoorten spotten. En het is dat we weten dat deze vijvers ooit zijn aangelegd, anders zouden we gezworen hebben dat het om een natuurlijk gebied zou gaan.
Het fietsen gaat makkelijk in dit karpergebied. Zeker als je het Ryszard Szurkowski-fietspad (23 km) volgt over een voormalige spoorlijn tussen Grabownica en Gruszeczka. Er is werkelijk alles aan gedaan om het de fietser naar de zin te maken. Mooie rustplaatsen, één zelfs voorzien van fitnesstoestellen, oude treinwagons, ja, ook een aquarium langs de route met karpers en andere vissen. Geen zin om te fietsen? Je kunt er ook heerlijk barbecueën op een van de picknickplaatsen. Ryszard Szurkowski, een in Polen legendarische wielrenner die in de seventies als Oostblok-amateur zijn successen boekte, had er ongetwijfeld met veel plezier overheen gefietst.
Het kan bijna niet anders, als toerist in Neder-Silezië kom je waarschijnlijk altijd wel een keer terecht in de provinciehoofdstad Wroclaw, die tot 1945 Breslau heette. En dat stadscentrum is verrassend leuk! We belanden er tijdens de jaarmarkt. Duizenden Polen wringen zich langs marktkraampjes en de prachtige gekleurde huizen op het middeleeuwse marktplein. Het statige universiteitsgebouw is een must-visit, evenals de kathedralen, de vele bruggen… En heel fascinerend: onder al die historische gebouwen leven meer dan 300 kabouters, die je ook her en der op straat aantreft. Ze zijn ooit ontstaan in de jaren tachtig van de vorige eeuw als een ludiek absurdistisch protest tegen het communisme, en gingen vervolgens een eigen leven leiden. Wie van deze kleine lieden houdt, kan de Wroclaw’s Dwarf Trail volgen om ze beter te leren kennen.
Info: Visitwroclaw.eu.
Het nieuwe Neder-Silezische Sportcentrum in Polana Jakuszycka, #NaPolanie, heeft werkelijk alles in huis om zowel amateurs als professionals optimaal te laten trainen. Grote fitnessruimtes, een biatlon-baan, zwembad, gym, expositieruimte met allerlei activiteiten, noem maar op. Je kunt er ook slapen op gesimuleerde hoogte: er zijn kamers waarin het zuurstofpercentage kunstmatig laag wordt gehouden (hypoxiesysteem). Wij huurden er uitstekende mountainbikes voor een rit in de bergachtige omgeving.
Info: Polanajakuszycka.pl
Algemene toeristische informatie Polen en Neder-Silezië: Polen.travel/nl.
Info Neder-Silezie: Dolnyslask.travel.
Voor fietsen en wandelen in het Reuzengebergte en Vallei Paleizen en Tuinen: Visitkarkonosze.com.
Voor een bezoek aan of overnachting in Palac Łomnica: Palac-lomnica.pl.
Rondleiding kasteel Marianne van Oranje-Nassau, Palacmarianny.com.pl.
Wij huurden in de Vallei van Paleizen en Tuinen e-bikes van de firma Ibajk. Facebook: iBAJKpl.
Fietsen langs de Bóbr-rivier: Polen.travel.
Fietsroutes rond de karpervijvers bij Milicz, Dolnoslaskakrainarowerowa.pl.
Informatie over Wroclaw, Visitwroclaw.eu.
Vliegveld Wroclaw, Airport.wroclaw.pl.
Aanrader: wij sliepen een nacht in Camp66, een uitstekende camping met heerlijk eten en winnaar van een ACSI Award 2024, Camp66.pl.