Tekst Stefan Maas foto's Stefan Maas/Westtoer
Tal van wandelpaden kronkelen door het Heuvelland van de Westhoek in Vlaanderen, niet ver van de Franse grens. Bergdichter Geert De Kockere schreef er ruim 500 mini-gedichten over.
De wind speelt ruw met de takken van het Piepersbos als bergdichter Geert De Kockere een van zijn creaties opleest.
Kotje Piepersbos.
Voor een kus mag je erin.
Een onschuldig spel?
De woorden waaien het bos in, maar Kotje Piepers, ofwel Cyriel Vanuxem, komt niet tevoorschijn. Hij was ooit een bekende inwoner van het dorp Westouter, met de gewoonte een kus – ofwel een pieper op z’n Vlaams – te vragen aan iedereen die zijn bos wilde betreden. Een onschuldig spel? Kotje zou het in het #Metoo-tijdperk moeilijk hebben gehad, zegt de bergdichter glimlachend.
We wagen ons daarna niet in het bos van Kotje, maar struinen verder door het West-Vlaamse Heuvelland van de Westhoek. Kotje & De Kockere, ronddwalend in het Piepersbos, het zou zomaar een variant kunnen zijn op een Suske & Wiske-avontuur. De bergdichter zwierf hier een jaar lang rond, observeerde de wolken, het gras, de bomen, koeien; kortom alles wat hier wel en niet bewoog.
Hij schreef er ruim 500 haiku’s over, mini-gedichtjes volgens de strenge regels van een Japans gedichtengenre. Slechts drie regels per couplet zijn toegestaan, met de vaste lettergreepverdeling 5-7-5.
De mini-gedichten zijn tijdens een wandeling over het 12,9 kilometer lange Stiltepad Westouter makkelijk op te roepen. Ze zijn gegraveerd in banken, tafels en houten hangmatten, of verschijnen in het smartphone-display via een QR-code. Ook het Stiltepad ligt volledig op het wandelnetwerk Heuvelland van Westtoer. Wie het wil volgen, kan dit doen via het bekende knooppuntensysteem.
Na het verversen van de online pagina, verschijnt er steeds een andere heuvelhaiku in het schermpje. Soms roepen ze een flauwe glimlach op, een nieuw inzicht, een andere keer overpeins je de woorden, op zoek naar betekenis. De Kockere draagt elke haiku twee keer voor. Pas de tweede keer dringen de woorden echt tot je door in het woud van gedachten, zegt hij.
Veel stelt hij niet voor,
die heuvel in het landschap.
Maar o, neem hem weg…
Achter de rug van de bergdichter verkennen we verder het gebied rond de Rodeberg, een van de heuvels van de centrale heuvelkam van het Heuvelland, die doorloopt tot in Frans-Vlaanderen. De aanduiding berg is te veel eer; hij is maar 136 meter hoog. Maar alles wat zich in de Lage Landen boven het maaiveld verheft, wordt gepromoveerd naar de bergcategorie. En afgezien daarvan: de Rodeberg is helemaal niet rood, maar groen.
De herkomst van de naam is niet duidelijk; ze kan verwijzen naar rood zand of mogelijk naar het rooien (‘roden’) van bomen. Wielrenners en wielertoeristen sloven zich graag uit op de flanken van deze berg, voor trailrunners zijn de steile paadjes ideale trainingsstroken. Wandelaars volgen in een trager tempo de kronkelende paden.
Regelmatig krijg je fraaie uitzichten over het boerenland voorgeschoteld, inclusief wijngaarden. Het Heuvelland is erkend als wijnbouwgebied en de Heuvellandse wijn is ook een beschermde oorsprongsbenaming. De heuvels geven de streek iets intiems, als tegenhanger van het weidse platteland waar alleen kerktorens, molens en flatgebouwen de horizon doorbreken.
Op de Rode Berg,
heel wat zwarte gaten
in de oude Kosmos.
Boven op de berg bereiken we de Kosmos, een goudmijn voor de liefhebbers van vervallen monumentale gebouwen. Krakers, vandalen, inbrekers en landlopers hebben hier hun merktekens achtergelaten. Ooit was dit een recreatiecomplex met onder meer een modernistisch hotel en openluchtzwembad. Jeugdbewegingen vierden er vanaf 1934 vakanties met hun leden.
Maar de gedwongen sluiting van het zwembad betekende ook het einde van het hotel. Sinds 2005 is het gebouw afgesloten en de enorme parkeerplaats leeg. Zelfs voor krakers is het niet meer interessant. Weer en wind hebben nu vrij spel in de Kosmos, die geleidelijk met de grond gelijk wordt gemaakt.
De Kockere demonstreert en passant hoe je op het fluitenkruid dient te fluiten en rakelt steeds nieuwe verhalen op die met deze berg te maken hebben. We dalen af over ongelijke trappen, gemaakt voor reuzen, naar het Hellegatsbos. Geen afdaling naar de hel, aangezien Hellegat verwijst naar een kloof in de heuvel (helling), en niet naar een duivels oord.
Tot aan de Eerste Wereldoorlog woonde hier het Rodebergvolkje. Een wirwar van paadjes liep door het bos van de hel, het ‘volkje’ woonde er in huisjes van stro en leem. De mannen deden seizoenswerk bij Franse boeren, de vrouwen waren bezig met kantklossen. Waarschijnlijk zal er wel wat de grens over gesmokkeld zijn om het schaarse inkomen aan te vullen. Het volkje is overigens spoorloos verdwenen, ongetwijfeld verjaagd door het oorlogsgeweld.
Kijk, de Rode Berg!
Maar hij is groen! zegt het kind.
Ach, wij, kleurenblind.
Van de hel beland je ook weer zo in de hemel. Op de Rodeberg, naast ‘t Kapelhuis, is een Lourdesgrot gebouwd, gemaakt van Rodeberg-natuursteen. Een bescheiden bedevaartsoord, bedacht door pastoor Louis Nollet. Ook komen we in de Douvevallei terecht. De afstanden zijn gering in de Westhoek, alles ligt er op een zakdoek.
De eigenaar van ‘Vakantiewoning/Stiltehoeve De Douvevallei’ laat ons trots zijn ‘slaappod’ zien, een cederhouten hobbithuisje met wellnesstuin en buitendouche plus uitzicht op de natuur, een oord voor bezinning waar de tijd vertraagd doortikt. Het is 21e-eeuwse glamping als schild tegen de digitale overprikkeling en de constante achtergrondruis van het moderne leven, een minimalistisch verblijf waar je je eigen gedachten weer kunt horen.
Houten hangmatten met haiku-teksten nodigen ons uit te luieren en te luisteren naar het babbelen van de beek. Inderdaad. Eenmaal weggedeemsterd hoor je complete gesprekken in het water. Even verderop luistert een kudde herkauwende Bazadaise runderen, een Frans bergkoeienras, weinig geïnteresseerd naar de voordracht van de bergdichter. Het zijn geharde dieren, zomer en winter lopen ze buiten. De Kockere herinnert zich dat er zelfs kalfjes zijn geboren terwijl er nog sneeuw lag.
Zie die koeien daar,
op hun matrassen van gras.
Ze kijken naar niets.
De Rodeberg staat niet op zichzelf. Hij heeft – aan beide kanten van de grens – gezelschap van de Scherpenberg, Kemmelberg, Watenberg, Kasselberg, Wouwenberg, Katsberg, Boeschepeberg, Kokereelberg, Zwarteberg, Vidaigneberg, Baneberg, Sulferberg en Goeberg. Alle ‘bergen’ met een eigen verhaal en waard om in een traag tempo ontdekt te worden via het wandelnetwerk Heuvelland. En wie weet, leidt dat weer tot nieuwe haiku’s.
Info Heuvelland Westhoek
Algemeen: Toerismewesthoek.be
Routes: Wandelnetwerk Heuvelland en Stiltepad
Bergdichter: Facebook @bergdichter
Slaappod: Dedouvevallei.be