Tekst en beeld Stefan Maas
Uitzichten over het water, jachthavens en een grotendeels onverharde wandelroute langs de Deens-Duitse grens. Het Gendarmenpad is een Europese wandeltopper waarbij je in de voetsporen loopt van de vroegere grensbewaking.
“Hé, een dolfijn!” Mijn reisgenote Judith roept het toch nog enigszins twijfelachtig, alsof ze het ook niet zeker weet. Dolfijnen, hier in Denemarken, in het toch niet al te warme water van de Flensburger Fjord? Zwemmen deze zoogdieren niet ergens in zuidelijker streken? Aan de andere kant; vandaag heeft de fjord wel wat weg van de Mediterranée, zó blauw ligt ie erbij. Er staat geen zuchtje wind en een warm najaarszonnetje tovert allerlei zachte kleuren tevoorschijn. Is dit eigenlijk wel Denemarken?
Dat we in Denemarken zijn, is geen punt van discussie. Maar ik vind op internet wel een paar foto’s van dolfijnen die in deze wateren verblijven. Soms zwemmen ze met boten mee, waarbij ze speels uit het water opspringen. En ik leer ook meteen dat er tot tien verschillende dolfijnsoorten in Deense wateren leven. Tien! Dat is, voor een leek op dolfijnologie-gebied, toch wel verrassend.
We lopen weer verder langs de fjord. Even daarvoor zijn we gedropt bij het ene uiteinde van het Gendarmenpad, ofwel Gendarmstien in het Deens. Bij het plaatsje Skovby pikten we de route op. Sindsdien hebben we geen moment meer getwijfeld of we nog wel op de goede weg waren. De gendarmen die tussen 1920 en 1958 deze grens tussen Denemarken en Duitsland bewaakten, liepen nu eenmaal met een waakzaam oog over een uitgesleten pad evenwijdig aan de fjord. Zo lang we het water aan onze linkerarm houden, kunnen we eigenlijk niet verkeerd lopen. En mochten we toch gaan twijfelen, dan zijn er genoeg bordjes langs het pad om de weg te wijzen.
Onze looprichting heeft nog een voordeel; we hebben bijna altijd de zon in het gezicht. In het begin van de dag alleen aan de linkerkant, maar gaandeweg schijnt die gele bol ons vol in het gelaat. Dat is misschien niet zo prettig als het 30 graden is, maar bij 20 graden is het genieten. Zeker als je daarna weer een kille en natte Hollandse herfst en winter ingaat.
Bovendien krijgen we steeds een iets ander beeld voorgeschoteld. De contouren van het eiland Kegnaes aan de overkant, bijna verlaten jachthaventjes met schepen die in de zon liggen te blinken, een kanoër die de stilte doorbreekt met zijn gepeddel. We lopen als in een droom naar het westen, uur na uur in de zon, alsof er geen lagedrukgebieden meer bestaan.
Ondanks het vredige uitzicht, heeft deze grensregio natuurlijk ook de nodige conflicten en oorlogen gekend. Sønderjylland (Zuid-Jutland) behoorde vroeger tot het noordelijk deel van het Deense Hertogdom Sleeswijk, maar kwam na de slag bij Dybbøl in 1864 in Pruisische en later Duitse handen. Na de Eerste Wereldoorlog vond er een referendum plaats, waarbij 75% van de inwoners van Sønderjylland koos voor hereniging met Denemarken. De Deense grens schoof daardoor weer op richting het zuiden tot aan de huidige positie.
Langs het Gendarmenpad stuit je nog op restanten van Duitse invloeden. In Høruphav struinen we even rond op het terrein waar de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog torpedo’s ontwikkelden. Later, tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog, experimenteerden de nazi’s hier ook met radar en infraroodapparatuur. Een waas van geheimzinnigheid hangt rond dit voormalige onderzoeksstation, maar meer dan een paar bunkers zijn er niet te bekennen.
In Sønderborg had het Duitse keizerrijk jarenlang een marinebasis met circa 2.000 manschappen. Aan het einde van de dag bereiken we deze plaats, die met circa 30.000 inwoners de enige grote stad is langs de route. In de haven dobberen nu luxe jachten in plaats van Duitse marineschepen. De haven is ook the place to be als de zon ondergaat. Op de dekken worden dan de wijnflessen ontkurkt en flaneren de toeristen langs het water. Even verderop ligt het Slot van Sønderborg, met een weids uitzicht over de Sønderborg Bugt.
Na Sønderborg blijft het Gendarmenpad ons betoveren. We lopen over strand en over drooggevallen zeebodem inclusief zeewier. We strompelen over keien net buiten de vloedlijn en struinen over lage kliffen. Dan weer zijn we even omringd door geheimzinnige bossen met markante houten hobbithuisjes. Het zijn bivakplaatsen voor de kampeerder die back to basic wil. In zo’n huisje hangt doorgaans een plakkaat met de huisregels, soms is er zelfs een kraantje met drinkwater aanwezig. Vaak zijn deze onderkomens gratis. Wat kun je nog meer wensen als Gendarmstienist?
Een jonge Deense passeert ons met een hond in haar rugzak. Het dier heeft er qua wandelen de brui aan gegeven en dan is het handig als je een hond hebt die in een rugzak past. Natuurlijk moet ze ook even op de foto, want andere wandelaars komen we nauwelijks tegen op de route. Misschien ligt dit aan het corona-effect of zijn er aan het einde van het seizoen gewoon minder wandelaars. Het is alsof we de Gendarmstien voor onszelf hebben.
Inmiddels verschijnen ook markante, kleine vuurtorens langs het pad. En dan de huizen! Er moet welhaast wel een verbod zijn op wansmakelijke woningen langs de route, want we zien alleen maar prachtige villa’s en pittoreske huisjes die mooi in het landschap passen. Veel welgestelden hebben hier een fraai stulpje laten neerzetten, bij voorkeur met uitzicht over de fjord. Af en toe stuiten we ook op huisjes voor de gendarmen, die er in de vorm van poppen in zijn geplaatst.
Honderden bakstenen op de vloedlijn geven aan dat we het centrum naderen van de Noord-Europese baksteenindustrie. In deze regio stonden vroeger ruim 70 steenfabrieken. De trots van de streek was de Flensburger steen, een vrolijke, gele baksteen. De misbaksels gooiden de arbeiders in het water, waardoor ze meteen het fundament konden vormen voor aanlegsteigers. Wie geluk heeft, vindt nog een baksteen met daarop een fabrieksstempel.
We komen er ook achter dat grenzen tussen Duitsland en Denemarken echt nog wel bestaan. Of in dit geval grenzen voor wilde zwijnen. Niet ver van Padborg lopen we een paar kilometer langs een stevig groen hek, dat moet voorkomen dat Duitse wilde zwijnen emigreren naar Denemarken. Niet zozeer vanwege een aversie tegen zwijnen, maar omdat ze mogelijk besmet zijn met de Afrikaanse varkenspest.
Gelukkig zijn er regelmatig openingen voor wandelaars gemaakt in het 70 kilometer lange hek waardoor we zonder klim- en klauterwerk de tocht kunnen afsluiten. Het Gendarmenpad heeft terecht van de European Ramblers Association (ERA) het predicaat ‘Leading Quality Trails – Best of Europe’ gekregen. Het waren 84 mooie wandelkilometers, vanaf de eerste kilometer in Skovby tot aan de laatste bij de stadsgrenzen van Padborg.
Route – Meer informatie over de route vind je op Gendarmsti.dk.
Pad – Het Gendarmenpad is goed beloopbaar, geheel bewegwijzerd en voor een groot gedeelte onverhard.
Accommodatie – Wij maakten gebruik van een arrangement met bagagevervoer en overnachtingen in hotels langs de route. Een auto met chauffeur bracht ons elke dag weer naar het volgende startpunt en pikte ons later die dag ook weer op. Op de site van de Gendarmstien vind je een groot aantal accommodaties.
Sønderjylland – Voor meer informatie over deze Deense regio, zie Visitsonderjylland.nl.
Denemarken – Voor meer informatie over Denemarken vakantieland en reizen naar Denemarken, zie Visitdenmark.nl.
Reisapp – Actuele reisinfo vind je ook in de Reisapp van Buitenlandse Zaken en Douane, Nederlandwereldwijd.nl.