Terug naar resultaten

Solohiker Shanna Bussink bezig bij een kampvuurtje
Foto: ©Jennifer Windl

Tekst: Shanna Bussink

Is dat niet heel spannend? Vind je het niet heel eng? Ben je nooit bang? Bijvoorbeeld dat je verdwaalt of dat er iets gebeurt? De meeste solowandelaars zullen deze vragen in meer of mindere mate hebben gekregen en ook voor mijzelf is het een van de meest gehoorde vragen. Het stut het idee dat je als solohiker onvermurwbaar, onbevreesd en onvoorstelbaar dapper zou moeten zijn om een meerdaagse trektocht te volbrengen. Maar is dat echt nodig? En kun je je daarin ontwikkelen?

Diagonaal dwars door Estland werd ik op een van de eerste nachten, al wildkamperend, overvallen door een situatie waarvan de uitkomst niet te voorspellen was. En niet alleen niet te voorspellen; ik had het ondanks mijn talloze solokilometers met alle creativiteit van de wereld niet eens kunnen verzinnen. Het voelde bedreigend en het raakte een zorg van een solohikende vrouw.

Ik had mijn tentje in het lage struikgewas tussen de bomen geplaatst. Niet heel comfortabel, maar de schemer begon inmiddels flink door te zetten. Het was veiliger om mijn hoofdlampje niet te gebruiken om te voorkomen dat ik er aandacht mee trok. Inmiddels had ik het vinden van een goede wildkampeerplek tot een kunst verheven. En hoewel deze plek niet in mijn top 10 zou belanden, was het met tientallen meters van een inmiddels overwoekerd pad vandaan beschut genoeg. Dacht ik.

Solohiker Shanna Bussink slaat haar tent op in de nacht
Foto: ©Wanda Catsman

Zware mannenstem

Tot ik de volgende ochtend ruw gewekt werd door een zware mannenstem met Russisch klinkend accent. Zo luid, dat het niet anders kon dan dat het binnen een meter van mijn tent moest zijn. Mijn ogen sperden zich wijd open. Wat was dit, wat gebeurde er? Hoe was dit mogelijk? Welke idioot loopt zóver de bosjes in? Wat zei hij en wat was slim om te doen?

Muisstil bleef ik liggen. Ik hoopte dat mijn bonzende hart niet te horen zou zijn door het tentdoek en probeerde de situatie te bevatten. Was ik gepakt? Was dit politie? Een griezel? Zou hij weer weglopen als ik maar lang genoeg mijn adem inhield? En als dat niet zo zou zijn, ik kon hier toch niet een dag blijven liggen? Mijn tent was een duidelijke eenpersoonstent. Mijn stem gebruiken of mijn hoofd buiten de tent steken zou meteen duidelijk maken dat ik vrouw alleen was. En in deze situatie had ik geen enkele aanwijzing om zijn intenties te peilen.

Wat was wijsheid? De stem verdween niet. De man bleef om mijn tent heen hangen. Zolang ik geen geluid maakte, was het in ieder geval onduidelijk of er iemand in de tent lag. Dat zou ‘m niet per se weerhouden van het openritsen van de tent, bedacht ik me. Maar ik had nog wat tijd nodig om de meest logische verklaring te bedenken van de situatie waarin ik beland was. Die kwam niet.

Heel voorzichtig ritste ik een paar centimeter van mijn tent open. Net genoeg om er doorheen te loeren. Daar stond hij. Een reusachtige man. Voorovergebogen, vlak naast mijn tent. Met in zijn hand een rieten mandje waar Roodkapje nog jaloers op zou zijn: hij was besjes aan het plukken.

De meest logische verklaring van wat hij had gezegd met zijn Russische accent was waarschijnlijk zoiets als ‘welke idioot zet híer zijn tent op?’ al dan niet gevolgd door ‘op mijn besjes’. Ik wachtte nog even af, begon toen langzaamaan mijn spullen in te pakken. Toen ik klaar was om in volle glorie uit de tent te stappen, was hij al verdwenen.

Shanna Bussink op een boomstambruggetje tijdens een van haar solo-wandeltochten

Leven zonder angst?

Ik heb er nog vaak om gelachen. Maar ook heb ik de situatie geanalyseerd. Hoe was mijn reactie? Was die terecht, had ik anders kunnen of moeten reageren? Hoewel het ideaal klinkt om zorgeloos door het leven te gaan, heeft het hebben van zorgen of zelfs stress ook een functie. Het zet je op scherp. Als je niet weet wat de uitkomst gaat zijn, is het verstandig alle uitkomsten voor mogelijk te houden. In een acute situatie houdt het de focus op je veiligheid. Mensen zonder angst leven doorgaans het kortst. Het gaat er dus niet om dat je angstvrij kunt leven, het gaat erom je zorgen de baas te blijven. Want ben je moedig als je niet bang bent? Of juist als je iets doet waar je bang voor bent?

Directe omgeving

De zorgen die je kan hebben om als solohiker op pad te gaan, zijn vaak gebaseerd op je directe omgeving. Waar je in een dorp of stad nog borden, wegwijzers of gsm-bereik hebt, heb je dat op het pad wellicht niet. Waar je in een dorp of stad nog snel medische hulp kan inschakelen, kan dat in het buitengebied veel lastiger zijn. Waar je in de stad elkaar nog amper begroet, is dit tijdens een wandeling de normaalste zaak van de wereld. En andersom; als je elkaar tegenkomt tijdens een meerdaagse wandeling is de vraag welke kant je opgaat, of welke route je loopt, niet vreemd. Maar als iemand je in een grote stad vraagt waar je heen gaat, wordt het ineens obscuur.

Er gelden dus andere regels. Het is als reizen naar een ander land met een cultuur die ver van de jouwe afligt of je verpozen in een andere sociale klasse dan de jouwe. Je kent de regels niet, de gebruiken niet. Het maakt het inschatten van situaties en het lezen van signalen lastiger. En ook op de trail, het bos of in afgelegen gebieden heerst een cultuur die je je wellicht nog eigen moet maken.

Dat kan onwennig aanvoelen of de stap groot maken. Maar wanneer je eenmaal die stap zet, zal je merken dat de gebruiken in de natuur of onder andere wandelaars er vooral een is van vriendelijkheid en hulpvaardigheid. Van samen dingen delen, van een gemene deler. Tijdens een wandeling in het buitengebied is je omgeving veel meer gericht op samenwerken. Heb je hulp nodig? Heb je genoeg te eten, drinken? Heb je een slaapplaats? Je zal leren dat mensen vooral je verhaal willen horen, je willen helpen, bewondering voor je hebben en je motiveren.

Rotte appels

Zijn er dan nooit rotte appels? Zoals in alle lagen van de bevolking, alle culturen, alle omgevingen; ze zullen er ongetwijfeld zijn. De kans dat je er één treft op je pad is echter wel zó klein, dat het in het niet valt met de risico’s die je iedere dag in je leven aangaat… En eerlijk, heeft de gedachte aan je dagelijkse risico’s weerhouden om uit je bed te komen en je leven aan te gaan?

Angst is een goede raadgever, maar wel een slechte beslisser. En al weet je rationeel dat je zorgen soms niet terecht zijn, dan kun je je nog steeds bezorgd voelen. Dat ontneemt natuurlijk wel het plezier van je wandeling. In plaats van het proberen te negeren of weg te drukken, kun je het beste jezelf overtuigen door het verzamelen van positieve ervaringen en leren dat het het waard is om de paden te betreden. Het beter afstemmen van je alarmsysteem is trainbaar. Laat daarom al die bijzondere wandelbelevingen niet aan je voorbijgaan; buiten is immers óók voor jou. Of je dapper of dom was in een situatie, dát leer je doorgaans pas naderhand, als de uitkomst bekend is.

Shanna Bussink, ofwel Rayu, genietend van de zonsondergang op een bergtop
Foto: ©Nicky Brouwer

Klein beginnen

Tijd om alleen op pad te gaan dus. Begin klein. Blokjes om, een tochtje door het park. Het lokale bos, een meerdaagse wandeling in Nederland. Bouw het stap voor stap uit. Verzamel positieve ervaringen, die vanzelf komen als je de paden betreedt in omstandigheden die voor jou nog onder controle voelen. Het hebben van een vangnet is wel fijn, zeker in het begin. Weten wat en dat je iets kan doen als je tóch wordt overvallen door je zorgen. Of het nu verdwalen, zelfredzaamheid, medische omstandigheden of veiligheid betreft.

Kies bijvoorbeeld een route waar je gsm-bereik hebt of schaf een gps-apparaat aan, download kaarten op je mobiele telefoon, leer kaartlezen. Volg een EHBO-cursus of wilderness first aid, iets wat je hele leven je van pas zal komen. Vertel vrienden, familie waar en wanneer je ergens heen gaat, wat je plannen zijn (of je nu beginner of gevorderd bent, dit zou je altijd moeten doen). Deel eventueel je locatie via een app of met de volgfunctie van je gps. Formuleer zinnen die je kunt uitspreken als je hulp nodig hebt of bij vreemden moet aankloppen. Oefen ook zinnen die je uit kunt spreken als je tóch in een ongewenste situatie met iemand anders komt, zodat je adequaat je grenzen kunt aangeven en het de kans op bevriezen verkleint. Maak een plan van aanpak wat je gaat doen wanneer je zorgen bewaarheid worden.

Kansloos knietje

En als de zorgen je persoonlijke veiligheid betreft; gooi alle clichés direct overboord. Vergeet het kansloze knietje, het dubieuze mes, de illegale pepperspray of de deobus. Zie je wel eens een wandelaar met een deobus in zijn hand lopen? Precies. En als ie in je rugzak zit, kun je er niet bij als je ‘m nodig hebt.

Het probleem met veel goedbedoelde adviezen en materialen, is dat ze je continu vals herinneren aan Hoe Gevaarlijk Het Is Wat Je Doet. Maar dat is het niet. Het is vooral fantastisch wat je doet, en dát gevoel wil je vasthouden. Het enige wat je verder wil, is zorgen voor jezelf en je veiligheid en het hebben van een vangnet.

Leer dus vaardigheden waar je altijd wat aan hebt in het leven en neem spullen mee die vooral van nut zijn. Neem in plaats van een mes of deobus liever een zaklampje mee. Altijd handig als de schemer valt en in het geval van een vervelende ontmoeting kun je iemand schadevrij afleiden door in zijn ogen te schijnen. Je kunt ook denken aan een stijlvol en neutraal armbandje als de Sarando (voor diabetici) of de Invi waarmee je hulp kunt inschakelen als het nodig is.

Een zelfverdedigingscursus kan handig zijn, maar zorg ervoor dat je de technieken ook kunt toepassen in een stresssituatie. Een veel beter idee is het integreren van een sport in je leven zoals (Brazilian) Jiu Jiutsu, waarbij het veel meer om stoeien gaat. In een vrolijke situatie zou je dit ook thuis met kinderen, partner of vrienden kunnen oefenen onder het mom sport of spel, terwijl je tegelijkertijd vaardigheden leert om je uit benarde posities te manoeuvreren.

En laat je inspireren! Lees of luister boeken van de andere sologangers zoals ‘Fulltime Avonturier’ van Tamar Valkenier of ‘Alleen’ van Tim Voors. Of ‘De meeste mensen deugen’ van Rutger Bregman voor meer vertrouwen en ‘Alles onder controle’ van Roanne van Voorst, waarin de grootste durfals júist angst kennen en ontdek hoe ze ermee omgaan.

Solohikster Shanna Bussink doorkruist een dor en droog gebergte

Trailmagic

Dus ja, ook ik maak me wel eens zorgen op mijn solotochten en vraag me af of een bepaalde keuze handig of verstandig is. Maar óók of het de zorgen waard zou kunnen zijn. Want de positieve ervaringen overtreffen vrijwel altijd in ruime mate de negatieve en leveren uiteindelijk de mooiste belevingen, verhalen en ervaringen op.

Zo had ik halverwege een van mijn solotochten er al een ruime 300 koffieloze kilometers opzitten. Ik drink op lange tochten doorgaans geen koffie om zo beter mijn eigen ritme aan te voelen en meer met het licht te leven, maar ik wil er ook niet heel rigide in zijn. Over drie kilometer zou er een kleine supermarkt zijn. Als ze daar, zoals ik al eerder had gezien, verse koffie hebben, dan neem ik vandaag een bakje, besloot ik.

Maar ze hadden geen koffie.

Ik vervolgde mijn etappe. De hele dag had ik nog geen wandelaar gezien, maar net nadat ik mijn wandelstokken tegen een boom had geplaatst en naast het pad mijn broek naar beneden wilde stropen om te plassen, hoorde ik een stem. Een langeafstandwandelaar, zag ik direct aan zijn rugzak. Ik begroette hem en vroeg of hij ook de hele trail liep. “Helaas niet, alleen maar 200 kilometer. Zullen we koffie drinken?”

Ik glimlachte om de toevalligheid en knikte.

Hij vulde mijn mok met gezoete zwarte koffie uit zijn thermoskan, gaf wat chocola en vertelde honderduit over het pad. Ik leerde meer over het gebied, de pareltjes die ik in de komende etappes niet mocht missen en laafde me aan grappige anekdotes van zijn afgelopen wandeldagen. Trailmagic. Het mooiste wat je kan overkomen als solohiker.

portret van solohiker Shanna Bussink met verrekijker
Foto: ©Ad Snelderwaard


Shanna Bussink is wildernisgids en heeft als solohiker vele paden betreden. Onder haar trailnaam Rayu bereid ze hikers fysiek en mentaal voor op hun trektocht. Ze organiseert sinds 2019 samen met Wanda Catsman het ‘Sterker in je Wandelschoenen’-evenement voor wandelaars die wegwijs en vol vertrouwen alleen op pad willen gaan.

Kijk voor meer informatie op hikenbeginthier.nl en sterkerinjewandelschoenen.nl.

Terug naar resultaten

Een waterfilter komt altijd van pas bij fietsen en wandelen
Foto: Grayl
Tekst Stefan Maas

Waarom zou je een waterfilter meenemen op een fiets- of wandeltocht? En als je er een meeneemt, welke zou dat dan moeten zijn?

Tijdens de oorlog in Oekraïne vlogen de waterfilters de Nederlandse outdoorshops uit. Plotseling besefte iedereen dat ze eigenlijk heel slecht voorbereid waren op een oorlog, of op een hack van de meest essentiële systemen om in leven te blijven. Hadden de preppers dan toch gelijk gehad?

Wat rondtrekkende fietsers en wandelaars in ieder geval gemeen hebben met preppers, is dat ze zich ook graag willen voorbereiden op noodsituaties en zo nodig onafhankelijk willen zijn van winkels, restaurants en supermarkten. Wat doe je als je in the middle of somewhere bent of als je het lokale kraanwater niet vertrouwt? Inderdaad, dan haal je je waterfilter of zuiveringsdruppels of -tabletten tevoorschijn en geniet je binnen een paar minuten van heerlijk, helder, eigenhandig gezuiverd water.

Een waterfilter zit dan ook standaard in mijn fietstas als ik van plan ben om te gaan wildkamperen of gewoon als back-up. Wildkamperen doe je natuurlijk bij voorkeur bij een riviertje, beekje, stroompje of meertje dat niet al te veel vervuild lijkt en waaruit je makkelijk water kunt tanken. Even de invoer-slang in het water, een minuutje pompen, en een bidon is weer gevuld. Het waterfilter vergroot als het ware je onafhankelijkheid en daarmee ook je vrijheid én actieradius. Voedsel voor een paar dagen is makkelijker mee te nemen dan water. Ga je vier dagen weg, dan moet je toch al snel denken aan het meenemen van minimaal 15 liter voor drinken en koken.

Drinkwater zuiver je bij voorkeur niet uit sterk vervuilde rivieren

Watervervuiling

Dat je niet zomaar ongezuiverd oppervlaktewater kunt drinken, hoef je niemand duidelijk te maken. Ik heb tenminste nog nooit iemand uit een sloot in Nederland zien drinken. Ongezuiverd water kan behoorlijk wat vervuilende elementen bevatten. Algen, zandkorrels, organische resten, micro-plastics, pesticiden, insecticiden, zware metalen, bacteriën, protozoa (eencellige organismen), virussen, noem maar op.

Van de protozoa is bekend dat een deel van die organismen zich graag in je maag-darmstelsel vestigt en bijvoorbeeld buikkrampen en diarree veroorzaakt. Hoofdverdachten zijn in veel gevallen de darmparasieten Cryptosporidium en Giardia. Bij de bacteriën hebben de E. coli, Salmonella, Campylobacter en Shigella (dysenterie) een bedenkelijke reputatie opgebouwd. Ook is er een illuster rijtje wateroverdraagbare virussen dat een fiets- of wandeltocht danig kan verpesten. Denk daarbij aan de norovirussen (maagdarmklachten), hepatitis A- en E-virussen (geelzucht), enterovirussen (hersenvliesontsteking) en adenovirussen (oogontstekingen).

Chemicaliën en pesticiden in het drinkwater kunnen ook een risico opleveren voor de gezondheid. Om die uit het water te halen, heb je een filter met actieve kool nodig. Deze speciaal behandelde koolstof kan allerlei ongewenste stoffen aan zich binden. Actieve kool haalt daarnaast nare smaakjes uit het water. Sommige waterfilters hebben een actieve koolstoffilter als aanvulling op het ‘gewone’ waterfilter. Het water wordt dan na filteren nog een een keer door een bakje met actieve koolstof geleid.

Het water in Noorse riviertjes is vaak zo schoon dat je het alleen maar hoeft te koken

Simpele methodes

Natuurlijk zijn er simpele manieren om water te zuiveren. In het natuurrijke Noorwegen schep ik voor het koken van het avondeten gewoon mijn potje vol met lokaal water uit rivieren en meren. Dat ziet er schoon uit en door het koken elimineer je de bacteriën, virussen en protozoa die er in ronddolen. Toch neem ik ook in dat land nog mijn waterfilter mee. Overdag wil je immers ook wel eens je bidon bijvullen uit een rivier zónder dat je eerst water moet koken.

Verder kun je – als aanvulling to be safe – ook gewoon een doosje waterzuiveringstabletten meenemen. Die kosten en wegen bijna niets en doden eveneens bacteriën, virussen en sommige protozoa. Let wel op bij deze tabletten. Cryptosporidium blijkt een lastig te bestrijden parasiet te zijn en niet alle tabletten beschermen daar tegen.

Een verbluffend eenvoudige methode is het zuiveren van water met behulp van uv-licht. Inderdaad, zonlicht bevat uv-licht, dus zet gewoon maar een transparante petfles met water in het zonnetje. Het uv-licht tast de dna-structuur van virussen, protozoa en bacteriën aan, zodat ze zich niet kunnen vermenigvuldigen. Ook de Steripen werkt met het principe van uv-licht. Aan de andere kant doet uv-licht niets tegen andere verontreinigingen, zoals korrels zand of klei, organisch materiaal, chemicaliën en andere ongein die het water vertroebelen en vervuilen. Is het water troebel, dan kun je dit pre-zuiveren met een filter en daarna pas behandelen met uv-licht.

Een waterfilter kwam goed van pas tijdens een tocht door het gortdroge binnenland van Mongolië. Deze rivier was vaak de enige mogelijkheid om water te tanken

Filtergemak

Een waterfilter voorkomt vaak dat je grote hoeveelheden water hoeft mee te slepen in dunbevolkte gebieden met weinig winkels. Maar het filteren van grote hoeveelheden water kan ook weer een pain in the ass zijn. Vandaar dat je ook moet kijken naar het gemak waarmee je een bepaalde hoeveelheid water kunt filteren en hoe lang je daarmee bezig bent.

In Mongolië pompte ik elke dag water op uit modderige rivieren en plassen. Dat leidde gaandeweg tot een steeds zwaarder wordende fitness-oefening doordat het waterfilter verstopt raakte met zand. Het verlies aan zweet tijdens het pompen was onderhand net zo groot als de winst: het gezuiverde water. Bij een filtersysteem dat werkt op zwaartekracht, hoef je niet te pompen en kost het hele proces daardoor nauwelijks energie (en zweetdruppels).

Grote hoeveelheden

Ook al is een waterfilter nog zo handig, soms is het gewoon toch handiger om grote hoeveelheden water mee te nemen. Tijdens een tocht over de Great Divide Mountain Bike Route werd ik gewaarschuwd: de komende twee dagen in de staat Wyoming (USA) zou ik geen of nauwelijks waterbronnen tegenkomen.

Een Ortlieb-waterzak van 10 liter, vastgebonden op de bagagedrager en gevuld met kraanwater op een camping, bracht uitkomst. ‘s Avonds, tijdens een bivak bij een reservoir, hoefde ik daarvoor geen liters water door een filter te persen om voldoende te hebben voor de volgende dag. Dat scheelde me een hoop tijd. En het water in het reservoir zag er overigens toch niet koosjer uit; er dreef een zwart, olieachtig vlies op.

De keuzestress

Als je eenmaal besloten hebt water onderweg te zuiveren, dan duikt het volgende probleem op: voor welke methode kies je? Want er zijn vele wegen naar Rome, met elk hun voor- en nadelen. Water koken kost tijd en brandstof. Zuiveringstabletten kosten bijna niets, maar geven vaak een raar smaakje aan het water en halen niet alle verontreiniging (sediment, an-/organisch materiaal) en soms niet alle protozoa eruit. De filtermethode heeft als nadeel dat het overgrote deel van de filters geen virussen tegenhoudt. Uv-licht schakelt bacteriën, virussen en protozoa uit en is goedkoop of zelfs gratis, maar deze methode haalt net als de chemische reiniging niet al het rondzwevend materiaal uit het water.

Bij rondtrekkende fietsers en wandelaars die hun drinkwater uit beekjes, meertjes en riviertjes willen halen, is de filtermethode populair. Het eindresultaat ziet er in ieder geval schoon uit en het filter elimineert bacteriën en protozoa. Maar ook op filtergebied is er heel veel keuze. Er zijn pomp-, pers-, zwaartekracht- en ‘zuig’-systemen (via een rietje) op de markt. Eén ding staat in ieder geval voorop: fietsers en wandelaars hebben een lichtgewicht filter van klein formaat nodig, die je makkelijk in je rugzak op fietstas kunt stoppen. Ook is het belangrijk dat het filter makkelijk is te hanteren en dat je er vele honderden liters mee kunt zuiveren.

De Guardian, een top-waterfilter van MSR
MSR Guardian Purifier

Goede waterfilters

De test van Outdoorgearlab.com geeft je een goede kans een weg te vinden uit dit woud van mogelijkheden. Sommige filters lijken alles te bieden wat je er maar van kunt verwachten. Neem de MSR Guardian Purifier. Je valt bijna achterover van het prijskaartje van circa 380 euro, maar daar krijg je ook iets voor terug. De purifier haalt namelijk niet alleen protozoa, bacteriën en allerlei deeltjes uit het water, maar ook virussen die in het water voorkomen. Daarnaast heeft de pompfilter een capaciteit van 10.000 liter en is het bestand tegen vorst. Een pluspunt is verder het zelfreinigend vermogen van het filter, waardoor je deze niet meer hoeft schoon te maken.

Het druk-filtersysteem van de Grayl Geopress
Grayl Geopress

Ook de Grayl Geopress (circa 99 euro), een filter-druksysteem, kwam uitstekend uit de test. Volgens de fabrikant verwijdert de Geopress bacteriën, protozoa, deeltjes, virussen én zware metalen als lood, chroom en arseen plus chemicaliën als chloor, benzeen en chloroform en ook nog micro-plastics. Daarmee lijkt dit een ideale reisgezel als je gebieden aandoet met verontreinigd water. Een nadeel is weer dat de Geopress maar 250 liter kan zuiveren per filter-cassette.

Voorbeeld van een filter-zwaartekrachtsysteem
GravityWorks

Waterfilter GravityWorks en Sawyer Squeeze

De Platypus GravityWorks (ca. 110 euro) scoorde eveneens hoge ogen, al elimineert ook deze filter geen virussen. Slechts 326 gram zwaar is ie en je hoeft niet te pompen, want het filtersysteem werkt zoals de naam al aangeeft op zwaartekracht. Je hangt een zak van 4 liter ‘vies water’ boven een lege zak van eveneens 4 liter, je gaat een paar minuten iets anders doen, en als je terugkomt heb je in de onderste zak 4 liter schoon drinkwater. Ideaal voor als je met een groepje op pad bent.

Een handige optie voor backpackers, de Sawyer Squeeze
Sawyer Squeeze

Voor de solo-hiker die onderweg wil drinken, is de Sawyer Squeeze zeer interessant. Amper 85 gram zwaar met een prijskaartje van slechts circa 30 euro. Je dompelt het bijbehorende waterzakje in een stroompje, schroeft het filter erop, zuigt aan het tuitje en je kunt meteen drinken. Of je knijpt in het zakje, waardoor je het water door het filter heen perst in bijvoorbeeld een bidon. Volgens de fabrikant kun je er zelfs 378.541 liter mee zuiveren, vele malen meer dan de GravityWorks (1.500 liter). Maar ook deze Squeeze haalt niet alle virussen uit het water.

De roetjes-waterfilter van Lifestraw
LifeStraw

De backpackende grammenjager zal zeker ook kijken naar de LifeStraw, een rietjesfilter dat nauwelijks 50 gram weegt. Je knielt bij een riviertje of meertje neer en zuigt door het rietje het water op via een filtertje. Ideaal voor wie onderweg even wat wil ‘bijdrinken’, maar minder handig als je grotere hoeveelheden wilt zuiveren. De LifeStraw kost circa 30 euro en je kunt er 4.000 liter water mee zuiveren.

Combinatie voor meer zekerheid

Natuurlijk kun je, om de zekerheid van veilig drinkwater te vergroten, ook diverse waterzuiveringsmethoden met elkaar combineren. Troebel water kun je zuiveren met een filter en daarna nog behandelen met druppels zoals bijvoorbeeld Aquamira Water Treatment. Zo ben je er zeker van dat ook het gevaar van virussen is geweken. De twee flesjes met druppeltjes van Aquamira zijn in totaal 85 gram zwaar en kun je makkelijk wegstoppen in je rugzak of fietstas.

Er zijn hoe dan ook tal van manieren om te voorkomen dat je dorst krijgt en uiteindelijk niets anders meer kunt uitbrengen dan: ‘Water, water, water!!’

Terug naar resultaten

Een aanstormende hond belaagt een nietsvermoedende fietser
Tekst Stefan Maas beeld Appie

Ze hebben vaak een moeilijke relatie: fietsers en honden. Voor je het weet, stormt er een op je af en dreigt je in je kuiten te bijten. Wat kun je tijdens een fietsvakantie tegen dit gevaar doen?

In het wielerpeloton hebben honden de reputatie dat ze valpartijen kunnen veroorzaken. Voor bijtende honden hoeven coureurs niet zo bang te zijn, daarvoor gaat de gemiddelde wielrenner te hard. Maar ze kunnen wel plots de weg oprennen en een pandemonium in het peloton veroorzaken, met een wirwar van over elkaar tuimelende renners.

Nee, de gemiddelde recreatieve fietser zal eerder beducht zijn van een aanval op de kuiten, enkels en voeten. Die dansen zo lekker rond dat ze voor een onopgevoede hond net zo aantrekkelijk lijken als bewegende worsten. Daarbij mag je nog blij zijn als het baasje ingrijpt en de hond probeert terug te halen. Want menig hondenbezitter loopt schouderophalend door of bromt het bekende cliché: ‘Hij doet niets hoor’.

Inderdaad, wellicht doet de hond niets, maar wellicht ook wel. Wellicht besluit de hond plots om te breken met het concept ‘dat ie nooit iets doet’ en heeft het dier zijn of haar baasje niet daarover ingelicht. Dat weet je nooit van tevoren.

Fietsen langs het hondenlegioen

Één ding is zeker: de kans dat je onderweg een close encounter hebt met een loslopende hond, is vrij groot. Zo zijn er in Nederland naar schatting 1,5 tot 2 miljoen honden, die gezamenlijk voor zo’n – naar schatting – 150.000 bijtincidenten zorgen, aldus VeiligheidNL. Hoeveel slachtoffers op de fiets zaten toen ze werden gebeten, is niet bekend. Circa 1800 slachtoffers belanden jaarlijks na zo’n bijtincident op de Spoedeisende Hulp en bij circa 200 patiënten was het letsel dusdanig dat ze opgenomen moesten worden. De meeste slachtoffers hadden een open wond na een beet.

Zo’n open wond of – in een enkel geval – fractuur is natuurlijk vervelend. Maar echt link wordt het als er hondsdolheid of rabiës in het spel kan zijn. In Nederland komt rabiës gelukkig weinig voor. De meeste rabiës-doden vallen in Afrika en Azië. Je kunt je vooraf laten vaccineren tegen rabiës, maar dit garandeert geen volledige bescherming tegen de ziekte. Na een beet dien je de wond snel schoon te maken met water en zeep en binnen 24 uur een dokter te vinden. Die kan uitzoeken of er sprake is van besmetting met het virus. En zo ja, dan volgt een aanvullende behandeling.

Hondsdolheid klinkt als een angstaanjagende ziekte, en dat is het ook. Het virus kan leiden tot stuipen, ademnood en verlammingen. Als de ‘klinische symptomen’ van deze ziekte zich eenmaal voordoen, is rabiës volgens de WHO (World Health Organization) bijna altijd fataal.

Honden rennen graag mee met fietsers. De vraag is en blijft: gaan ze bijten of niet?

Blaffend gevaar

In sommige landen ligt het hondengevaar dagelijks op de loer. Zeker als je je over onverharde wegen traag voortbeweegt en er in elke tuin van elk huis langs de weg een grote loslopende hond waakt. In die setting ben je een ideaal doelwit voor een aanval. Baasjes zijn vaak niet te bekennen.

De situatie wordt nog dreigender als deze honden ook nog eens gaan samenwerken. Ze cirkelen om je heen alsof je aangeschoten wild bent. En je kunt niet aan ze ontsnappen omdat je nu eenmaal te traag fietst, met 20 kilo bagage aan je rijwiel. Pas als je op voldoende afstand van het huis bent, keren de honden terug naar hun uitvalsbasis. Echter, dan verschijnt alweer het volgende huis met bijbehorend hondengeblaf. Zo wordt het een never ending story.

Vaak probeer ik in eerste instantie de honden simpelweg te negeren en stevig door te fietsen. Ik kijk ze niet aan en probeer rust uit te stralen. Daarop volgen een aantal spannende momenten. De hond komt aanrennen en danst naast mijn fiets, vlak langs een been. Het hondenbrein moet nu een beslissing nemen. Bijten of niet bijten, dat is de kwestie. Het is geen perfecte methode, maar het loopt doorgaans goed af.

Honden met stopteken

Wapens tegen honden

Natuurlijk zijn er allerlei wapens en strategieën te bedenken om honden op afstand te houden. Als dierenvriend wil je sommige daarvan liever niet gebruiken, zoals slaan of schoppen. Stenen gooien is in veel landen een vaak toegepaste methode, die bovendien zeer effectief lijkt. Maar ook dat is niet echt een diervriendelijk middel.

Ook schreeuwen wordt vaak genoemd, evenals schoppen. Dit kan honden in verwarring brengen, waarna ze wellicht de aanval afblazen. Maar evengoed kan dit honden een prikkel geven om nóg agressiever te worden.

Een heel opvallend en ook controversieel advies – en overigens niet mijn advies – is om op de grond te gaan liggen, met de keel onbeschermd naar boven. Zo geef je je in de hondenwereld over aan een dominante hond. Volgens deze filosofie zal de hond je vervolgens niet doden of verwonden, omdat je je hebt overgegeven. Ik denk dat weinig fietsers in staat zijn zo’n advies op te volgen in de hitte van de strijd.

Pepperspray, petje en ploertendoder

Dan zijn er natuurlijk nog andere wapens die fietsers zelf bedacht hebben. Een bus met pepperspray in je stuurtas of een ploertendoder onder je fietszadel. Of een sirene plaatsen op je stuur, want honden houden niet van dat gillende geluid. Die methoden mogen dan wellicht helpen, zelf zie ik me niet met een ploertendoder, sirene of pepperspraybus rondrijden.

Een hele diervriendelijke en ook nuttige suggestie, is om iets mee te nemen waarin de hond kan bijten. Een stokje of een petje. De bedoeling is dan, dat de agressor daar in bijt, in plaats van in je kuiten. Ben je eenmaal afgestapt, dan kun je je fiets het beste tussen jou en de hond plaatsen, en vervolgens meedraaien als de hond gaat rondcirkelen. Hopelijk koop je daarmee voldoende tijd tot de hondenbezitter zich meldt.

De Dazer in actie, hiermee kun je honden verwarren en zo een aanval voorkomen
De ultrasone Dazer is een van de meer diervriendelijke ‘wapens’ tegen honden

De Verdover

Ik besloot jaren geleden mijn toevlucht te nemen tot de technologie: de Dazer. Een handzame ultrasone hondenverjager van 118 gram, die een voor mensen onhoorbaar geluid produceert dat de hond in verwarring brengt. Tot op 5 meter kun je – zo belooft de fabrikant – de honden op afstand houden.

Op reizen naar landen als China en Kirgizië nam ik de Dazer mee in de fietstas. Doken er honden op, dan haalde ik het apparaat tevoorschijn en richtte deze op de aanstormende horde. Het werkte inderdaad voor even. De betreffende honden reageerden in eerste instantie verbaasd op het geluid en hielden in. Maar aan de andere kant werd de aanval niet definitief afgeblazen. Ze bleven dreigend in de buurt, de volgende aanval overwegend. Het was – als het ware – een gelijkspel. Ook bij andere hondenaanvallen was er geen echte winnaar.

En nu verder…?

Honden blijven populaire huisdieren en zullen niet snel van het reistoneel verdwijnen. Maar je moet het gevaar ook niet overdrijven. De Dazer ligt al jaren ongebruikt in mijn schuur; ik neem deze eigenlijk niet meer mee op mijn fietstochten in Europa. Daarvoor zijn aanvallen van honden te sporadisch in veel Europese landen. Ik ben in de afgelopen vijftien jaar welgeteld één keer gebeten in een kuit. De tandafdrukken waren zichtbaar, maar afgezien van wat blauwe plekken, was er geen echte schade. Eén ding is me wel duidelijk geworden: de trouwe viervoeter zal nooit de beste vriend van de fietser worden. 
 

Tips van experts:

Kees Lucassen, (fiets)reisjournalist:

“Ik ben enkele keren aangevallen, met name door ‘kuddebeschermers’ in Turkije. Mijn tip: kalm blijven, geen angst tonen. Als je bukt om een steen te pakken, wordt de aanval vaak al gestaakt. Wat water uit je bidon spuiten vinden ze ook al eng. Maar snel wegfietsen is juist dom, dan denken ze dat je bang bent, precies wat ze willen.”

Robert van Weperen, fietsreisjournalist:

“Met name in Indonesië, Vietnam en Thailand ben ik me vaak rotgeschrokken door agressieve honden. Dan zat ik een kwartier later nog met koud kippenvel op de fiets. Serieus. Regelmatig pakte ik dan een stok en enkele stenen om een volgende aanval af te slaan. Of ik bracht de Hitler-groet uit (met de verkeerde arm!). Want ooit gelezen dat honden zo slecht kunnen zien dat ze denken dat het een stok is. Dit alternatief kun je beter niet in elk land inzetten. Bovendien vond ik het effect lang niet altijd overtuigend.

Sinds een paar jaar heb ik mijn strategie veranderd. Nadat het laatste grammetje pacifisme – opgelost in angstzweet – mijn lichaam had verlaten. Sindsdien zet ik acuut de tegenaanval in. Ik bestrijd de honden met ALLES dat binnen mijn vermogen ligt. Ik ga meteen vol in de remmen. Ik schreeuw als een mager speenvarken, zwaai met mijn armen, schop ze van mij af en stuur bij de eerste mogelijkheid een spervuur aan stenen op ze af. In Portugal schopte ik zo een keffertje 7 meter de lucht in. En in Oekraïne, dat in mijn beleving hondenarm is, ging ik zo intimiderend tekeer dat de aanvaller van de schrik in zijn broek zou hebben geplast als deze een hondenbroek zou dragen.

Nee, ik ben zeker geen dierenbeul, maar ik heb een broertje dood aan honden die zich niet netjes voorstellen.”

Marc Knapen, voorzitter De Vakantiefietser vzw:

“Ik heb niets met honden, om het zeer zacht uit te drukken. Omstreeks 1964 werd ik gebeten op weg naar de lagere school. Een jeugdtrauma dus. Vroeger had ik wel een Dazer mee op reis, maar nu niet meer. Ik tart het noodlot en vertrouw op de kalmte van mijn vrouw of ander reisgezelschap. Zie ik een vervaarlijke hond en ik ben alleen, dan rij ik liever om, of neem een korte pauze tot het onheil is verdwenen. En als zo’n beest toch op je afrent, dan is mijn reactie altijd nagenoeg de foutieve: zo snel mogelijk wegrijden. Een snelheid van 40 km/u was daarbij geen uitzondering. Rij ik met mijn vrouw, dan zoek ik dekking aan de juiste kant van haar fiets. Nee, geintje. Maar meestal gebeurt er helemaal niets. Naar Portugal zou ik niet meteen teruggaan; daar ligt op elke hoek wel eentje op de loer.”