Terug naar resultaten

Tekst en beeld: Stefan Maas

Het Ilomantsi Battle Memorial in Oost-Finland

Een merkwaardig driehoekje in Oost-Finland langs de Russische grens trok mijn aandacht. Hoe zou het zijn om daar te fietsen?

Hoe is ’t daar? Dus wél bereik? Appen via een Russische satelliet? Kijk uit, hè… voor je het weet hebben ze je locatie, en dan zijn de rapen gaar.

Ik sluit WhatsApp en staar voor me uit, vanaf mijn tot stoel omgebouwde slaapmatje. Sinds Poetins leger Oekraïne binnenviel, is Rusland in de beeldvorming weer the evil empire. Oost en West staan tegenover elkaar, net als tijdens de Koude Oorlog. Stalin zou van vreugde uit zijn graf bij de Kremlinmuur opstaan, mocht hij in staat zijn het te horen.

Appen via een Russische satelliet? Russen die me opsporen met een paar kilo ongegaarde rapen en een stel Duitse herders? Als er werkelijk patrouilles zijn in het Fins-Russische grensgebied in Noord-Karelië, dan weten ze zich goed schuil te houden. Ik heb nog geen enkele militair gezien, niet van Finse, noch van Russische afkomst.

Het oostelijkste puntje

Voor me ligt het stille Lahnajärvi-meer, in het uiterste oosten van Finland. Mijn tent staat bij de nu verlaten bbq-plek Karhunkämmenen Luppotupa. Het kost bijna meer moeite om zo’n naam in je geheugen te prenten dan om er vanuit Hattuvaara, het dichtstbijzijnde dorp, naartoe te fietsen.

Wat ik vooraf niet wist: dit puntje op de kaart is zowaar een toeristische trekpleister. Een paar auto’s en twee motoren passeerden me onderweg hiernaartoe. Deze toeristen hebben ongetwijfeld over het water van het Virmajärvi-meer gestaard, waar de scheidslijn tussen beide landen dwars doorheen loopt. Waarschijnlijk zagen ook zij geen spoor van menselijke activiteit aan de overkant, waar Russisch Karelië begint.

Het oostelijke puntje van Finland, waar de weg eindigt
Pauze op het meest oostelijke puntje van Finland

Dicht bij de grens mag je overigens niet komen; langs de grenslijn is een ‘verboden zone’ ingesteld, variërend van enkele tientallen meters tot wel drie kilometer breed. Gele ringen op bomen, gele bordjes, koorden en – in het water – gele boeien markeren de grens van die zone.

Langzaam begin ik ook te beseffen dat ik hier over een oud slagveld aan het fietsen ben. Langs weg 522 fotografeerde ik eerder al het Ilomantsi Battle Memorial. In 1939, tijdens de Fins-Russische Winteroorlog, wisten de Finnen hier een Russisch offensief tegen te houden. In 1944, tijdens de Voortzettingsoorlog, vonden opnieuw gevechten plaats – en weer hielden de Finnen stand en behaalden zelfs de overwinning. Oost-Karelië, het gebied dat de Finnen graag wilden inlijven, bleef echter buiten bereik en behoort nog altijd tot Rusland.

100.000 kilometer aan gravelwegen

De volgende ochtend pak ik mijn spullen en draai het gravelweggetje op dat langs de grens slingert. Finland heeft genoeg van dit soort wegen voor een maandenlange gravelfietsvakantie – zo’n 100.000 kilometer in totaal. Ze zijn autoluw en doorgaans goed onderhouden; een speeltuin voor de gravelgrinder. Behalve als er pas nieuw grind is gestrooid. Dan is het ploegen door los gesteente en hotsebots je niet harder dan twaalf kilometer per uur over het gruis.

Op mijn gps-schermpje verschijnt een waypoint, het hoofddoel van deze grensvakantie. Gelegen op een merkwaardig grensdriehoekje, dat eigenlijk een lijntje mist, of noem het een vreemde driehoekige uitstulping, zo je wilt. Op Google Maps had ik er al tientallen keren naar gestaard. Het gravelpad waarop ik rijd, eindigt vlak bij dat driehoekje. Een paar honderd meter verder begint een nieuw weggetje. Op Google Earth zag ik ook het silhouet van een gebouwtje en een brug over een rivier die tussen beide wegen stroomt.

Gebouwtje aan de grens

Er moest dus een voetpad zijn dat over dat bruggetje loopt. En nog belangrijker: eenmaal op dat pad ligt de Russische grens op amper vijftig meter naar het oosten. Even snel van het pad af, even struinen door het struikgewas en ik zou op Russische bodem staan. Dat zou tegenwoordig best stoer klinken. Zou ik…?

Google Earth heeft gelijk. Aan het eind van het gravelpad doemt een gebouw op. Geen woonhuis, zoveel is duidelijk. Aarzelend loop ik ernaartoe en zie dat het een grenspost is. Leeg, niemand te bekennen. Gek, in een tijd waarin Finland zich probeert voor te bereiden op een mogelijke oorlog. Maar waar is het voetpad naar het bruggetje? Terugrijden, daar heb ik weinig zin in. Ik kijk zoekend rond en ontdek een vaag pad aan de zijkant van het gebouw. Aan één zijde van het pad markeren bomen met gele ringen de rand van de verboden zone. Yes. Met de fiets aan de hand loop ik verder het bos in.

Bruggetje in het grensgebied tussen Finland en Rusland

Een groenstalen bruggetje komt in beeld, zoals verwacht. Eenmaal erop spied ik naar het oosten. Het moment suprême is daar. Rusland ligt binnen bereik; een paar sprongetjes zouden me over de grens brengen. Toch blijf ik aarzelen. Geen hek, geen grensbewaking, geen wachttorens, geen teken van een mijnenveld, geen killerhonden. Maar er zijn natuurlijk ook drones, wildcamera’s met hittesensoren, satellieten met geavanceerde lenzen en meer apparatuur die je niet meteen kunt zien.

Zicht op Russisch grondgebied
Rusland begint bij het schiereilandje in de rivier

Gare of ongare rapen

Het moment suprême is voorbij. Ik wandel verder met de fiets. De grens oversteken is me het risico niet waard; als het misgaat, zijn de rapen alsnog gaar. Bovendien heb ik niets in Rusland te zoeken en er niets mee te winnen. Toch voelt het als een kleine nederlaag, alsof ik een bergbeklimmer ben die vlak onder de top besluit af te dalen. Verstandig, begrijpelijk, maar ook een tikje teleurstellend.

Barbecueplek in Oost-Finland aan het Höytiäinen-meer

Acht dagen later en zeshonderd kilometer verder, aan de rand van het immense Höytiäinen-meer, sluit ik mijn Finse fietsvakantie af. Voor het eerst had ik voor die reis gebruikgemaakt van automatische routering via het RouteYou-pla tform, met de optie ‘mountainbike trails’. De enige vaste punten die ik invoerde, waren begin- en eindplaats Joensuu, het driehoekje bij de grens en de lokale supermarkten, een schaars goed in Oost-Finland. En zo links en rechts wat bijschaven als de route té onlogisch werd. Het bespaarde me vele uren spitwerk.

Voor 96% verliep die werkwijze uitstekend; ik fietste overwegend over rustige gravelwegen. De overige vier procent bestond uit verdwenen wegen, te ruige paden voor een fiets met bagage of onnodige omwegen. Maar dat valt te overzien bij een route van ruim 800 kilometer.

Bij een bbq-plek, op zo’n 120 kilometer van de grens, stuur ik nog een appje met locatie-aanduiding. Het antwoord: “Ik zie dat je nog steeds in de buurt van Poetin zit.” Geen vraag over hoe mooi Finland is, wat ik heb meegemaakt, nee, het enige dat opvalt, is mijn nabijheid tot Poetins rijk. Vreemd hoe ons wereldbeeld in enkele jaren kan kantelen.

Terug naar resultaten

Groep wandelaars op de route Pieken van de Balkan Trail
Foto: ©Mathijs Eskes

Voor wie eens buiten de gebaande Europese bergpaden wil wandelen, is de Pieken van de Balkan Trail (Peaks of the Balkans) een prachtige kandidaat.

Tijdens deze 190 km lange lusroute ontdek je de ongerepte schoonheid van de Vervloekte Bergen, een gebied waar Albanië, Kosovo en Montenegro elkaar raken. De trail voert je in 10 tot 12 dagen door een wereld van imposante bergtoppen, stille alpenweiden en gastvrije bergdorpen.

Onderweg steek je eeuwenoude herderspaden en grenspassen over, terwijl je overnacht bij lokale families of in guesthouses en berghutten. De Pieken van de Balkan Trail is een project geïnitieerd door de Duitse ontwikkelingsorganisatie GIZ om duurzaam toerisme te stimuleren.

Lees de Hicle-blog van Mathijs Eskes om meer te weten over deze trail!

Terug naar resultaten

Groep wandelaars loopt over een bergrug in de Balkan

Tekst en beeld: Mathijs Eskes

We zijn nu vijf dagen onderweg over het langeafstandspad van de Peaks of the Balkans, een wandelroute van 192 kilometer door Albanië, Montenegro en Kosovo. Ik ben op pad met een groep van de wandelvereniging Spring voor een wildkampeertocht. Iedereen draagt een zware rugtas vol tenten, matjes, en massa’s proviand. Het is pas begin juni, maar de hitte is al moordend. We hebben eindelijk onze wildkampeerplaats bereikt. Maar de bron staat droog.

Iemand heeft met rode graffiti op de rotsen gekalkt dat het volgende gastenverblijf even verderop is. Dat zal best, maar wij willen wildkamperen, en wel hier. Zou de bron expres onklaar zijn gemaakt? Veel water is er niet in dit gebied. Op onze beoogde kampeerplaats staat een kudde schapen te grazen, begeleid door een herder en twee bakbeesten van honden. Onze gids spreekt de herder aan. Hij weet wel hoe hij het waterpunt weer aan de praat moet krijgen.

Terwijl we wachten, komt een van de honden naast me zitten. Het beest kijkt wat suffig om zich heen. Z’n tong hangt uit z’n bek. Ik krab ‘m achter de oren. De omgeving is geweldig mooi. We zitten in een hoge vallei, omgeven door steile wanden en grillige karstformaties. Dit gebied heet de Vervloekte Bergen, omdat de duivel ooit uit de hel zou zijn ontsnapt en zich hier toen één dag flink heeft uitgeleefd. Toch is het eigenlijk best een lieflijk gebied. Als we de zwijgzame herder drop geven, toont hij ons een filmpje. We zien hoe zijn twee loebassen een wolf te grazen nemen. Ze scheuren het dier levend aan stukken. Oeps.

Een grote loebes van een schaapshond op pad met de kudde

Herder en gids beklimmen een helling, schuiven twee stukken tuinslang in elkaar, en voilà, het water loopt weer. Als herder en have verder trekken, moeten wij ook weer aan de bak. Tijdens zo’n wildkampeertocht heb je maar weinig tijd om even uit te puffen. Voor we ’s ochtends vertrekken, breken we tenten af, pakken in, filteren en koken water, maken ontbijt, doen de afwas. En ’s avonds weer opnieuw. De zon gaat om acht uur al onder, dus er rest zo’n twee uur per dag om wat te lezen en te lummelen.

Wantrouwen van beton

Tijdens de lunch de volgende dag ontdek ik een oude loopgraaf. Er loopt een heel stelsel over de smalle bergrug. Je zou zeggen dat geen mens het ooit in z’n hoofd zou halen om zo’n steile helling te bestormen, ook zonder zo’n versterking. Communistisch Joegoslavië en Albanië vertrouwden elkaar voor geen cent, zoveel is duidelijk.

Een van de vele koepelbunkertjes in Albanië, een erfenis van het Hoxha-tijdperk

Als we een dag later Albanië intrekken, zien we hoe de Shqiptarët hun kant van de grens bewaakten. In het maanlandschap staat een betonnen koepeltje, bijna onzichtbaar tussen de rotsen. Precies groot genoeg voor één persoon. Even verderop zien we er nog één, en dan nog één. Het zijn de beroemde koepelbunkers van Albanië.

Tijdens de dictatuur van Enver Hoxha moest elke man binnen drie minuten een bunker kunnen bereiken. De alleenheerser lag overhoop met West en Oost en had daarna ruzie gemaakt met z’n buren. Dus sloot hij Albanië volkomen af van de buitenwereld. Volgens de huidige premier was het land het Noord-Korea van Europa. Om een eventuele invasie af kunnen te slaan, strooiden Hoxha’s generaals honderdduizenden bunkers uit over het land. Ze staan op de gekste plekken.

In de Grieks-Romeinse ruïnestad Butrint in het uiterste zuiden van het land hoorde ik een gids vertellen dat hij vroeger, in een ander leven, commandant van zo’n eenheid was geweest. Ze hadden uitzicht gehad op zee, op Corfu. Het was aardedonker. Af en toe dreef er een schip voorbij en klonk er muziek en gelach. Als een soldaat vroeg: ‘Commandant, wat zijn al die lichtjes?’, dan antwoordde hij: ‘Dat is de kapitalistische vijand! Dat is de hel, maar wij wonen in het communistische paradijs!’ Terwijl de gids-die-vroeger-commandant-was het vertelt, lacht hij er ongemakkelijk bij. ‘Dat geloofden we toen. Wisten wij veel.’

Van al die bunkers zijn de meeste het afgelopen decennium gesneuveld. Het ijzer is goud waard. Maar hier, in de bergen boven Theth, waar je met geen mogelijkheid met een kar of auto kunt komen, houdt een handjevol stand.

Groep wandelaars op pad over de Pieken van de Balkan Trail

Vijf kilo kaas

In een dal in Montenegro komt een vrouw op ons af en steekt een lange monoloog af. We verstaan er geen woord van, maar dat schrikt haar niet af. Dan daagt het, ze wil dat we allemaal meekomen om bij haar te lunchen. Tegen betaling natuurlijk.

Twee groepsleden zijn nieuwsgierig en gaan met haar mee. Ze blijkt helemaal aan het einde van de vallei te wonen. Onderweg jaagt ze eerst een koe uit een huis. Eenmaal thuis probeert ze een kaas van vijf kilo te slijten. Dit is voor ons veel te zwaar, voor vertrek hebben we grammen geteld om onze bepakking zo licht mogelijk te houden. Pittige onderhandelingen beginnen. De twee groepsgenoten proberen met handen en voeten duidelijk te maken dat ze best wat kaas willen, maar zeker niet zoveel. De dame accepteert geen nee. Ze heeft bovendien ook nog andere producten die ze wil slijten.

Ondertussen is haar dochter van een jaar of twaalf doodkalm midden tussen de achtergebleven groep gaan zitten. Ze zegt niet zoveel, maar kijkt met een grote glimlach om zich heen. Ze vraagt wat dat nou kost, zo’n rugtas. En hoeveel is zo’n wandelstok? Ze toont haar eigen staf. Zelfgemaakt, van hout. Ik wijs naar een koe: ‘Krava’, zegt ze. En dan naar haar moeder in de verte: ‘Majka’. Zo voeren we een basaal gesprekje, totdat onze twee avonturiers terugkomen met een pond kaas, en de majka met kći (dochter) en ovca (schaap) vertrekt.

Land in verandering

Als bezoeker-voor-drie-weken kreeg ik de indruk dat Albanië een stormachtige ontwikkeling doormaakt. In het laagland geldt een ‘pakken-wat-je-pakken-kan’. Aan de zuidkust worden hele hoteldorpen uit de grond gestampt, de belangrijkste wegen zijn gloednieuw en de stranden zijn de afgelopen jaren verkaveld zodat toeristen er tegen betaling kunnen zonnebaden. ‘Allemaal witwasserij en corruptie’, aldus onze campingbaas in het zuidelijke Ksamil. De schoonzoon van Trump heeft onlangs zelfs een compleet eiland gekocht om er een luxeresort van te maken. Het land lijkt de weg te plaveien voor het massatoerisme.

In de bergen gaat het er rustiger aan toe. Het alomtegenwoordige zwerfafval is hier grotendeels afwezig. Om het wantrouwen tussen de buurlanden af te bouwen, heeft een Duitse ontwikkelingsorganisatie met lokale partners in 2011 het initiatief genomen tot het langeafstandspad door de Vervloekte Bergen. En het werkt, er komen jaarlijks zo’n 40.000 wandelaars op af en het verbindt een voorheen arme en geïsoleerde regio. Sommige herders klussen nu bij als huttenwaard.

Praktisch

Het pad langs de Pieken van de Balkan is niet al te technisch en goed te belopen. Anders dan de naam doet vermoeden, loopt de route om en niet over de echte toppen. Onze dagtochten lagen tussen de 16 en de 21 kilometer, met zo’n 1500 tot maximaal 2000 hoogtemeters. De grootste uitdaging is de temperatuur, die ook in het voorjaar al heel behoorlijk is.
Er zijn genoeg gastenverblijven aanwezig om de Pieken van de Balkan Trail ook zonder tent af te kunnen leggen. Hier kunnen overvloedige maaltijden worden genuttigd. Anders dan in de Alpen krijg je bovendien ruim voldoende lunch mee. Voor wie iets meer vrijheid en flexibiliteit wil, zijn er waterpunten waar je kunt wildkamperen.
Ik vond de Vervloekte Bergen erg mooi. De vele en uitbundige bloemenweides zijn, zeker in het voorjaar, indrukwekkend. De landschappen zijn afwisselend, je komt door bos, berg en dal. Het contact met de herders voelt als een glimp uit een pastoraal verleden. Voor wie wat avontuurlijker wil reizen is het goed mogelijk om per nachttrein en nachtboot naar Albanië te gaan: overdag kun je dan steden als Bologna, Bari en Matera bezichtigen. Aansluitend een rondreis door Albanië en/of Montenegro is ook zeer de moeite waard.

Voor meer info:
Peaksofthebalkans.com
Springreizen.nl

Terug naar resultaten

Amazon of Europe Bike Trail

De Amazon of Europe Bike Trail is een langeafstandsroute die je meeneemt langs de laatste ongerepte riviervlaktes van Midden-Europa. Over ruim 1.250 kilometer fiets je door vijf landen – Oostenrijk, Slovenië, Hongarije, Kroatië en Servië – langs de majestueuze rivieren Mura, Drava en Donau.

Deze trail voert je door een UNESCO-biosfeerreservaat dat bekendstaat als de “Amazone van Europa”: een uitgestrekt natuurgebied met wetlands, oude rivierarmen, moerassen en bossen vol biodiversiteit. Voor veel West-Europese fietstoeristen zal het een ontdekkingstocht zijn door onbekend gebied; regio’s met een veelal landelijk karakter die ontsnapt zijn aan massatoerisme.

Zuidroute Amazon of Europe Bike Trail
Zuidroute van de trail (bron: Aoebiketrail.com)

De route combineert avontuur en ontspanning. Onderweg passeer je schilderachtige dorpjes, historische steden, kastelen en kloosters, maar ook stille natuurgebieden waar bevers, otters en zeearenden leven. Dankzij de overzichtelijke etappes en de keuze uit noord- en zuidroutes is de trail geschikt voor zowel recreatieve fietsers als meer ervaren avonturiers.

Meer info: Aoebiketrail.com
Hicle-blog: Gedoopt door de Drava

Terug naar resultaten

E-bike met daarachter de betoverende Mont-Saint-Michel

De Véloscénie is een afwisselende langeafstandsfietsroute van ruim 450 kilometer die Parijs verbindt met de wereldberoemde Mont-Saint-Michel. Deze route laat je het verrassend groene hart van Frankrijk ontdekken, met onderweg historische steden, indrukwekkende kathedralen, charmante dorpjes en uitgestrekte natuurgebieden.

Na de start bij de Notre-Dame fiets je langs bezienswaardigheden als het paleis van Versailles, de kathedraal van Chartres en de middeleeuwse stad Domfront. De route voert je door vier verschillende regio’s – Île-de-France, Centre-Val de Loire, Normandië en Bretagne – elk met hun eigen karakter en charme.

sfeerimpressie van de Franse fietsroute Véloscénie

Dankzij de combinatie van rustige landwegen, autovrije fietspaden en voormalige spoorlijnen is de Véloscénie geschikt voor iedereen. Onderweg vind je volop voorzieningen voor fietsers, van fietsverhuur tot overnachtingsplekken met het label Accueil Vélo.

Een tocht vol Franse sfeer, historie en landschappelijke schoonheid, met als letterlijk hoogtepunt de aankomst bij de betoverende Mont-Saint-Michel.

Meer info: Francevelotourisme.com.

route van La Véloscénie

Terug naar resultaten

NS-wandeling de Vuursche

Als tijdens een hittegolf de zon verandert in de welbekende koperen ploert, dan is het zaak om de schaduw op te zoeken. En dat kan natuurlijk ook terwijl je outdoor bent, bijvoorbeeld in het bosgebied tussen Hilversum, Hollandsche Rading en Baarn. Daar is een fraaie NS-wandeling uitgezet met een behapbare lengte van 13,6 km tussen de stations van Baarn en Hollandsche Rading.

Vanaf het station in Baarn, voorzien van de koninklijke wachtkamer voor de Oranjes, beland je al snel in het Baarnsche Bosch, een statig park. Dan volgt een wat saaiig verhard stukje langs de provinciale weg en Paleis Soestdijk. Een zure appel waar je even doorheen moet bijten, om daarna definitief het bosgebied binnen te stappen met prachtige hoge bomen.

Lage Vuursche

Een must-stop is Lage Vuursche, befaamd om zijn pannenkoekenresto’s, waar je natuurlijk ook gewoon koffie, thee en appeltaart kunt kopen, of kunt genieten van een frietje op het terras. Het dorp mag ook een Zeer Bekende Nederlander tot zijn inwoners rekenen: prinses Beatrix, die op Kasteel Drakensteyn resideert. De kans is echter niet zo groot dat je haar op straat zult tegenkomen.

Via het Koos Vorrinkhuis, een wandelvriendelijke accommodatie van het Nivon, gaat het dan verder naar Hollandsche Rading. Voor wie daarna direct terug wil treinen naar Baarn; dat gaat niet, want beide dorpen liggen aan andere spoorlijnen, zodat een kleine omweg via Hilversum Centraal noodzakelijk is.

Meer info: Wandelnet.nl.

Terug naar resultaten

Gravellen door Fins Lapland, door eindeloze bossen

Voor wie van écht gravellen houdt, wijst het stuur onvermijdelijk naar het noorden. In tegenstelling tot veel andere Europese landen barst Finland nog van de onverharde wegen. En in Fins Lapland ligt een droomrondje voor de liefhebber: de Central Lapland Gravel Loop.

Deze route is 1148 kilometer lang, voert dwars door de ongerepte natuur van Lapland en is in ongeveer 13 dagen te fietsen. De Loop scheurt je los van de bewoonde wereld en loopt door een landschap waar eindeloze bossen de boventoon voeren en je talloze rendieren zult zien.

Onderweg kun je op veel plekken overnachten in laavu’s: typisch Finse schuilhutten met drie wanden en een vuurplaats ervoor. Zijn er geen laavu’s in de buurt? Geen probleem. Je kunt altijd je tentje opzetten langs de weg. Dankzij het allemansrecht – jokamiehenoikeudet – mag je namelijk vrij kamperen op onbebouwd land.

Het meest logische begin- en eindpunt van de route is Rovaniemi, de hoofdstad van Fins Lapland. Zodra je de stad achter je laat, kom je nauwelijks nog mensen tegen. Het absolute hoogtepunt voor wildernisliefhebbers is het 480 kilometer lange stuk tussen Savukoski en Kittilä, waar geen supermarkten zijn en je dicht langs de Russische grens fietst.

Zie ook de Hicle-blog over de route.

Voor meer info: Bikeland.fi.

Terug naar resultaten

Hangbrug bij het Hageven
Foto: Björn Snelders voor De Groote Heide

Het Dommelpad (125 km), genomineerd voor de Wandelroute van het Jaar 2025, is een perfecte route voor een onvergetelijk meerdaagse avontuur, met alles wat je zoekt in een wandeltocht.

Je hebt de keuze: loop stroomafwaarts, beginnend bij de bron van de Dommel bij Peer, België, en volg de rivier naar het eindpunt in Den Bosch, of kies voor de route stroomopwaarts, van Den Bosch naar Peer. Bij de eerste variant dompel je jezelf onder in het fascinerende verhaal van de watermolens, terwijl de tweede een rijke geschiedenis van erfgoed en natuur vertelt.

Onderweg wandel je langs de kronkelende rivier, ontdek je historische watermolens, verken je het Van Gogh Nationaal Park en raak je verloren in de schoonheid van de Brabantse natuur — allemaal hoogtepunten die deze route tot een must-walk maken.

Meer info: Visitbrabant.com.

Terug naar resultaten

Hiker geniet van het uitzicht op Sognedalfjora
Foto: Judith van Bilsen, J Loves to Travel

Tekst: Stefan Maas Beeld: Stefan Maas/Judith van Bilsen

Voor de Noorse fjorden hoef je geen promotiecampagne meer op te starten. Niet alleen kun je dat adembenemende landschap vanaf het water bewonderen, maar ook van bovenaf zónder dat je een vliegticket hoeft te kopen. Hicle maakt drie dagwandelingen in de Noorse bergen langs de onbetwiste koning der fjorden: de Sognefjord.

De vlag van het Noorse postbedrijf wappert strak in de wind, terwijl de boot voortploegt over het water van de Sognefjord. Waait het nu zo hard, of vaart de stuurman nu zo snel? Ik kom er maar niet achter. Op het dek houden enkele toeristen zich staande in de luwte van de scheepsbrug. Ze genieten. De rotswanden die steil omhoog rijzen, bomen die zich op de iets vlakkere plekken aan de kliffen vastklampen, en ja, heel hoog zien we zelfs vlekjes sneeuw die de Noorse zomer hebben overleefd. Alles komt overeen met de bekende, adembenemende plaatjes van de fjorden, beelden die de wereld hebben veroverd.

Aanmeren bij een van de haventjes langs de Sognefjord

Af en toe meren we aan bij een dorpje, soms voorzien van een bijpassend kerkje. Eén of twee passagiers stappen uit en nemen plaats in een streekbus. Je zou bijna denken dat buschauffeur in het fjordengebied een heel ontspannen job is: een paar stops per dag, geen files. Onthaasten is hier niet nodig – onthaast is de standaardmodus. Maar we zijn hier niet speciaal gekomen voor een cruise door de fjord — hoe betoverend mooi die ook is. Ons kompas wijst omhoog; naar ruige paden en weidse uitzichten. Naar hikes over de bergen die hier trots boven de fjorden uittorenen.

De scheepsmotoren komen tot rust bij Sogndalsfjøra, het eindpunt van onze boottrip. Daarna is het nog een kilometer of 10 naar Vesterland Feriepark in Kaupanger. Verscholen tussen geurige dennenbomen liggen daar 107 charmante hutten in typisch Noorse stijl. Vanuit dit knusse verblijf stap je zó de natuur in. Perfect voor wie de omliggende bergen al wandelend wil ontdekken en zich even helemaal onder wil dompelen in de rust van het Noorse buitenleven.

Hiker op weg naar de top van Storehaugen, een bergtop langs de Sognefjord

Op naar Storehaugen

Storehogen of Storehaugen (ofwel: ‘de grote bergtop’) is de crème de la crème van de berghikes in Kaupanger, lees ik. Maar voor we op die 1169 m hoge berg staan, moeten we natuurlijk behoorlijk klimmen. Niet ver van het Feriepark, tussen het mos, het glinsterende natte gras en de bomen, kronkelt een bruin paadje, als een geheim spoor uit een sprookje. Het is hier stil. Geen wandelaars, geen hert kijkt op, ja, zelfs de vogels lijken hun adem in te houden. We zitten weliswaar buiten het hoogseizoen, maar ook op een mooie zondag zal het hier niet druk zijn. Op de parkeerplaats bij de geasfalteerde weg, het officiële startpunt van de route, is plaats voor amper drie auto’s.

Af en toe wijkt het groen. Het zijn doorkijkjes naar het blauwe lint van de Sognefjord, dat al eeuwenlang een belangrijke handelsroute is. Gevormd door het brute geweld van gletsjers tijdens ijstijden, reikt de fjord indrukwekkend diep het binnenland in – tot wel 200 kilometer vanaf de kust. Langs de zeearm ontstonden kaupangs, handelsplaatsen, wat meteen ook de herkomst van de naam Kaupanger duidelijk maakt.

Op de top van de Storehaugen bij Kaupanger staat een tv-toren

Verlaten tv-toren

We hiken verder omhoog. De bomen om ons heen krimpen gaandeweg tot ze helemaal verdwijnen, we krijgen een steeds weidser uitzicht. Druppels glijden van mijn bril af. Geen verrassing; de Noorse buienradar had deze natte omhelzing al voorspeld. Een ding is zeker: we houden het de komende dagen zeker niet droog. Het pad verandert in een mozaïek van stroompjes die zich langs en over mijn schoenen een weg naar beneden zoeken.

Uiteindelijk duikt het silhouet op van de tv-toren op die op de berg is neergezet. We strijken er een uur later neer, om – beschut tegen de wind – een paar boterhammen eten. Vreemd, zo’n geavanceerd, verlaten gebouw vol zoemende machines dat in the middle of nowhere staat. We genieten van het uitzicht tot een koude wind ons weer naar beneden dwingt, dit keer via een smalle weg die vanaf de toren langs het lokale vliegveld loopt: luchthaven Sogndal Haukåsen.

Vol verwachting koersen we af op die luchthaven, in de hoop daar een koffietentje te vinden, of zelfs maar een simpele koffie-automaat. Reizigers moeten immers toch eten en drinken. Maar blijkbaar is de klandizie hier zo beperkt dat zelfs een automaat niet renderend is. De vertrekhal telt welgeteld 1 incheckbalie en welgeteld 1 aanwezig personeelslid, dat welgeteld 1 passagier incheckt, een proces dat maar een halve minuut duurt. Gelukkig is dat personeelslid bereid om voor ons koffie te regelen bij haar collega’s, free of charge. We zinken weg in de comfortabele luchthavenstoelen. Koffie, wat een service! Waar een mens al niet blij om kan worden.

De Staafkerk van Kaupanger aan de Sognefjord is een van de toeristische highlights van dit gebied

Kaupanger City

De komende dagen hebben we alle tijd om Kaupanger beter te leren kennen. Amper 900 zielen telt het plaatsje, maar die hebben dan wel de beschikking over verrassend veel voorzieningen. Niet alleen kan de jeugd terecht bij Kaupanger Idrettslag (sportvereniging), er is ook een paardencentrum met drafbaan, een padelhal, een pump-track, een frisbeepark en een sportwinkel met de merkwaardige naam ‘Chicks with discs’. En bij Extra Kaupanger en Europris Sogndal kun je niet alleen terecht voor dagelijkse boodschappen, maar ook voor schoenen, T-shirts, vishengels, broeken, kooktoestellen en andere attributen die je wellicht bij het inpakken vergeten bent.

Toeristen zullen vooral het lager gelegen deel van de stad bezoeken, het gebied rond de haven, waar ook de Staafkerk van Kaupanger uit de 12de eeuw is te vinden. Een staafkerk (Noors: stavkirke) is geheel uit hout opgetrokken en voorzien van een typisch Scandinavisch design. Een infobordje bij de kerk vermeldt trots dat dit de grootste staafkerk is van de regio Sogn og Fjordane. Een paar honderd meter verderop, aan het water van de fjord, ligt het Sogn Fjordmuseum, voorzien van een collectie historische boten. En ben je in een romantische bui of wil je mijmeren bij een mooi fjordpanorama, maak dan de korte hike Kaupangerholten, die even buiten de bebouwing begint en je naar fraai uitkijkpunt leidt.

De Haugmelen hike

We laten Kaupanger even voor wat het is, Store Haugmelen (ofwel: ‘de grote kale bergkam’) wacht op ons. Vanuit het Feriepark lopen we ‘s ochtends langs de boerderijen en weilanden omhoog; eerst over een asfaltweg, daarna slaan we een grindweg in die makkelijk begaanbaar is. Het fungedeelte begint pas als we die grindweg verlaten. In het bos loopt een pad steil omhoog, alleen begaanbaar voor wandelaars en avontuurlijke 4×4-bestuurders, tot we bij enkele houten huisjes komen, omringd door lage stenen muurtjes. Er komt geen rook uit de schoorstenen, er klinken geen stemmen. Als er mensen in die huisjes wonen, dan weten die zich heel goed te verstoppen.

Achter de huisjes loopt het pad verder en kronkelt het omhoog tegen de bergkam op. Een vermoeiend laatste stuk, dat nooit lijkt te eindigen. We ondergaan het bekende bergwandelaarsyndroom. Elke keer als we denken dat we eindelijk de top hebben bereikt, duikt er een nieuwe top op. Ook heeft de regen ons weer gevonden. Onze waterdichte schoenen blijken niet helemaal bestand tegen deze nieuwe aanval: langzaam voel ik voorkant van m’n sokken vochtig worden.

Uitzicht vanaf de Haugmelen-top na een hike vanuit Vesterland Feriepark

Als ‘de grote kale bergkam’ uiteindelijk is overwonnen, sta ik op 1172 meter hoog boven de Lustrafjorden en de Ardalsfjorden, twee zij-armen van de Sognefjord. Zelfs in het sombere licht van een regenachtige dag, met donkere wolken en grijzige mistflarden, is het uitzicht verbluffend. Het is niet zo vreemd dat in dit bergachtige land met zijn grillige rotsformaties en stille naaldbossen, zijn eenzame fjells (boomloze hoogvlakten) en fjorden, de mythes over trollen zijn ontstaan. Met wat fantasie ontwaar je die versteende wezens in het landschap. Die avond, na een lange afdaling en circa 20 km wandelen, nemen we niet eens meer de moeite om in het restaurant van het Feriepark te gaan dineren. It’s pizza time op de zitbank.

Hiker Judith van Bilsen op het klauterpad dat naar Hesteggi leidt

Omhoog naar Hesteggi

De volgende dag hebben we een afspraak met bergtop nummer 3: Hesteggi (907 m), ofwel puntige paardenkam, de laatste Kaupanger-top die we aandoen. Vanuit het Feriepark lopen we via het bos eerst naar De Heibergske Samlinger – Sogn Folkemuseum, een van de oudste en grootste cultureelerfgoedmusea van Noorwegen. 40 historische, houten gebouwen, daterend uit de periode van de middeleeuwen tot aan de 20e eeuw, illustreren het leven van vroegere generaties in Sogn. Aangrenzend is een modern gebouw waar je exposities kunt bewonderen. Grondlegger van het erfgoedmuseum is Gert Falch Heiberg, die in 1909 zijn privécollectie schonk aan de Historische Vereniging voor Sogn.

Vanaf het museumterrein hoef je alleen maar de weg over te steken om op het traject te komen van de hike naar Hesteggi. Een goed onderhouden grindpad brengt ons steeds hoger. Evenals bij Haugmelen begint het fungedeelte pas echt als we het grindpad verlaten en we een smal spoor volgen dat over de bosvloer kronkelt. Een minikudde schapen kijkt ons verbaasd aan als we plots voor ze staan. De dieren twijfelen: wegvluchten of… met behoud van waardigheid doorstappen? Ze komen zelfs even naar ons toe, ruiken aan onze regenjassen en tassen. Zijn deze bosschapen dan zo gewend aan mensen of liggen hun stresslevels gewoon wat lager dan bij hun weidecollega’s? Uiteindelijk wint de angst het van hun trots. Ze trekken een sprintje, weg van die wandelaars.

Op weg naar de top van Hesteggi heb je een fantastisch uitzichtpunt over de Sognefjord

Het geklauter over wortels, stenen en rotsen brengt ons naar een fantastisch uitzichtspunt, waar je diep onder je Sogndalsfjøra ziet liggen, als een miniatuurstadje aan het water. De wolken wijken en voor het eerst die dag glijdt het zonlicht over het landschap. Weer zo’n fantastisch fjordpanorama! Maar we zijn er nog lang niet; de top van de puntige paardenkam ligt hoger en is alleen bereikbaar via – opnieuw – een steil klauterpad. Eenmaal boven vinden we een rood tasje met daarin een boekje. Natuurlijk schrijven we daar onze namen in. Al is het maar voor het geval iemand niet wil geloven dat we op de Hesteggi zijn geweest.

Info:

Op weg met de expressboot van Norled door het fjordengebied

Ernaartoe

​Wij gingen vanuit Bergen met de veerboot naar de gemeente Sogndal, een prachtige tocht door de Sognefjord. Er zijn diverse veerdiensten die verbindingen aanbieden vanuit Bergen. De belangrijkste aanbieder op deze route is Norled, dat dagelijks expressboten inzet. De overtocht duurt ongeveer 4 uur en 50 minuten. Tickets kosten doorgaans rond de 2175 Noorse kronen (ca.180 euro) per persoon voor een retourtje, al kunnen de prijzen variëren.
Norled.no

De knusse hut waarin we sliepen in Vesterland Feriepark
Foto: Judith van Bilsen, J Loves to Travel

Overnachtingen

Onze uitvalsbasis voor de daghikes was Vesterland Feriepark, even buiten Kaupanger. Afgezien van 107 hutten, biedt het Feriepark eveneens hotelkamers en appartementen aan, plus een aantal kampeerplaatsen. Ook beschikt het complex over een overdekt speelterrein, een indoor zwembad, restaurant, gym, squash, golfsimulator en elektrische (huur)fietsen. Kaupanger ligt op circa 10 minuten wandelen. Je kunt dan gebruikmaken van een binnendoorweggetje langs het Kaupanger sportcomplex.
Vesterland.no

Het buitenterrein van het erfgoedmuseum de Heibergske Samlinger

De Heibergske Samlinger – Sogn Folkemuseum

Op 5 minuten wandelen van Vesterland Feriepark vind je De Heibergske Samlinger, ofwel de ‘Collectie van Heiberg’. Het openluchtgedeelte omvat 40 historische gebouwen uit de regio Sogn en een museumboerderij, inclusief levende dieren. Verder is er een modern hoofdgebouw met exposities over het leven van vroegere generaties in deze streek. Tickets kosten 130 Noorse kronen (ca. 11 euro), voor kinderen tot en met 17 jaar is de entree gratis.
Misf.no

Mee op groepsreis

Wil je ook op wandelreis in dit gebied in Noorwegen en gezellig met een groep mee? Dat kan met Vita Walking. Zij organiseren regelmatig wandelreizen in Noorwegen. Volledig verzorgd en in kleine groepen (van max. 10 personen).
Vitawalking.nl

Fotogalerij

Route Vesterland Feriepark naar Haugmelen (10,7 km enkeltje)

Kaupanger - Vesterland Feriepark naar Store Haugmelen (enkeltje)

Rondje Storehaugen via de luchthaven

Rondje Storehaugen via luchthaven

Rondje Hesteggi vanaf Vesterland Feriepark

Kaupanger - Hesteggi

Terug naar resultaten

Fietsers langs het Göta kanal
Foto: ©Mirre Oost

Deze Zweedse route van 220 km is niet alleen Fietsroute van de Maand april, maar ook de Hicle Fietsroute van het Jaar 2025. Op de afgelopen Fiets en Wandelbeurs in Utrecht ontvingen vertegenwoordigers van de kanalleden de felbegeerde Hicle-award.

De Göta kanalleden loopt van Sjötorp aan het Vänermeer naar Mem aan het meer Slätbaken, dat uitmondt in de Oostzee. Alhoewel je steeds het kanaal volgt, is er steeds weer iets nieuws te zien. Met name de 58 sluizen zijn een enorme bezienswaardigheid; soms zijn er meerdere sluisdeuren achter elkaar, waardoor de boten trapsgewijs omhoog en omlaag worden gebracht.

kaart van de fietsroute Göta kanalleden

Langs het kanaal liggen gezellige koffieplekken, met huisgemaakte taarten, en ijssalons. Het landschap is mooi en gevarieerd, van lange bomenlanen en bossen tot weilanden, en natuurlijk het heerlijke rustgevende water. Sommige meren kun je ’s zomers oversteken met de boot, ook kun je een stukje meevaren door de sluizen. De dorpen en stadjes hebben interessante musea. De fietspaden zijn zeer goed en grotendeels vrij van gemotoriseerd verkeer.

Meer info: Gotakanal.se.