Tekst en foto's Stefan Maas
Oesters, de stad Bordeaux, stranden, immense bolwerken en wijngaarden. De nieuwe fietsroute Tour de Gironde à vélo (430 km) laat je kennismaken met de highlights van deze Zuid-Franse regio.
Bordeaux ligt dichterbij dan je wellicht denkt. Na amper 2 uur in de TGV vanuit Parijs zijn we al op de bestemming. We zijn er zelfs een beetje beduusd van, zó snel ben je nu dus in Zuid-Frankrijk. De hogesnelheidstrein is vanuit station Montparnasse in Parijs in één ruk doorgereden om pas 600 km zuidelijker af te remmen.
Een betere startplaats voor ‘een rondje Gironde’ is er eigenlijk niet dan Bordeaux. Na het station beland je al snel op de lange boulevard langs de Garonne. Een plek waar je meteen heerlijk kun pedaleren, samen met de ‘locals’. Want Bordeaux groeit langzaam uit tot een fietsstad, inclusief smalle fietspaadjes en inwoners die steeds vaker de tweewieler pakken om boodschappen te doen. Er is zelfs een brug richting centrum, de Pont de Pierre, die voor een proefperiode van twee jaar verboden is voor auto’s, met uitzondering van taxi’s en trams.
En sla je af richting centrum, dan stuiterende de fietsbanden door smalle straatjes. De even befaamde als beruchte tv-chef-kok Gordon Ramsay heeft er een restaurant, zie ik een flits: Le Bordeaux. Maar niet alles hoeft haute cuisine à la Gordon te zijn. Even verderop in Le Bar à Vin, aan de Alleés de Tourny, drinken we heerlijke Bordeaux-wijntjes voor amper € 2,50, om daarna te dineren bij Brasserie Bordelaise. Aan gasten geen gebrek. Tot laat in de avond staat er een een rij voor de deur te wachten.
De Garonne is ook ons ticket om uit Bordeaux te geraken. Een pad langs de rivier leidt ons het binnenland in, over de piste cyclable Roger Lapébie. Deze lokale held won de Tour de France in 1937 en had vast jaloers naar zijn ‘voie verte’ (groene weg) gekeken. Terwijl de slaven van de weg in die tijd over beroerde wegen zwoegden, zoeven wij hier over glad asfalt. Aan alles is gedacht op Lapébies traject. De lichten in een voormalige treintunnel floepen zelfs automatisch aan als wij eraan komen rijden. Dat is weer eens wat anders dan de onverlichte horrortunnels die in afgelegen streken soms op je pad komen.
We rijden langs een groene muur: als een streep gaat het autoloze pad verder door de natuur. Om de zoveel kilometer duikt steeds hetzelfde type gebouwtje op. Natuurlijk: het fietspad loopt over het oude traject van een spoorlijn en de gebouwtjes zijn voormalige stationnetjes. Sommige zijn nu ingericht als bistro of woonhuis. In Créon is zo’n halte helemaal uitgebouwd tot een VVV-kantoor met fietsservice-station, waar je allerlei tweewielers kunt huren.
Met een zwaai gooit de beheerder het hek van de abdij van Sauve-Majeure voor ons open, niet ver van het Lapébiepad. Entrez-vous. Zelfs iemand die geen gevoel heeft voor aardstralen of mysterieuze zonsondergangen, voelt dat deze ruïne speciaal is. Hoge muren staan er te midden van kortgeknipt gras. Sommige muren hebben nog ramen, ze bieden een doorkijkje naar de hemel bij het geluid van tientallen kwetterende vogeltjes. In de 12e eeuw, horen we, leidde de abdij 70 priorijen, van Engeland tot Aragorn.
De beheerder wijst naar boven. Het was ons niet eens opgevallen. Op de muren bestrijden adders, boogschutters en andere creaturen elkaar op leven en dood. Het bouwwerk, dat op de route naar pelgrimsoord Santiago ligt, is er beroemd om geworden. Maar zo veel bouwwerk is er niet over. Dat is allemaal te wijten aan omwonenden, die na de Franse Revolutie de stenen gebruikten voor hun eigen bouwsels. Toch hebben ze in hun ijver een toren vergeten. We vechten ons een weg omhoog via een wenteltrap, tot de omgeving aan onze voeten ligt.
Bij het plaatsje La Réole buigt de Tour de Gironde af naar het westen. Doorfietsen naar het oosten kan ook, via de voie verte du Canal des Deux Mers, een route die de Atlantische Oceaan met de Middellandse Zee verbindt. Een tijdje fietsen we langs het kanaal parallel aan de Garonne. Het is er stil, geen schip vaart ons voorbij. Onderweg genieten we van culinaire highlights, de Franse keuken is niet voor niets wereldberoemd. In Bazas, bij restaurant Les Remparts, proeven we van een toplunch in drie gangen. Als we via paden door het natuurpark ‘Des Landes des Gascogne’ de Atlantische kust bereiken, eten we bij de Baai van Arcachon oesters, die hier in grote aantallen worden gekweekt.
En de Atlantische Oceaan zelf? Die laat zich de volgende dag niet zomaar zien. Asfaltpaadjes doorsnijden de stille bossen van de kuststreek. Daarbuiten raast een stormachtige wind. We passeren over houten vlonders uiteindelijk een duinovergang en waaien bijna uit onze windjackjes. De oceaan overdondert. Machtige golven beuken tegen de kust, opgejaagd zand prikt in ons gezicht. Niemand waagt zich vandaag op dit stukje strand.
Snel trekken we ons terug in de bossen, waar we tal van fietsers tegenkomen. Dit is de route van de populaire Vélodyssée, het pad langs de Atlantische kust van Bretagne naar de Spaanse grens, dat voor een deel in de Tour de Gironde à vélo is opgenomen. Overwegend Duitsers, Fransen en Nederlanders ondernemen deze fietsodyssee. Vaak met helm op, relatief weinig bagage en op sportieve fietsen.
Een man met een afwijkende outfit valt in die stoet fietsers snel op. Cyrille, heet hij, uit de stad Luxemburg. Maar het is niet alleen de bandana om zijn hoofd die de aandacht trekt, als wel de glimmende ‘doodskist’, gemaakt van metalen platen, waarin hij zijn spullen vervoert. Een jaar lang fietst hij Europa rond met dit gevaarte achter zich aan. Die kist meezeulen is zeker geen aanrader, geeft hij lachend toe. “Maar ik had er een andere bedoeling mee. Zo’n kar wekt de interesse, waardoor je makkelijker contact maakt.”
Het rondje Gironde à vélo brengt ons natuurlijk naar La Gironde, het eusturarium waarin de Dordogne en Garonne uitmonden. De citadel van Blaye is daar een must-see. Deze bewaakte samen met Fort Paté op een eiland in het midden van de Gironde en Cussac-Fort-Médoc aan de overkant de toegang tot Bordeaux vanuit zee. Het bolwerk bij Blaye is over the top. Je kunt voetbalwedstrijden organiseren in de brede greppels rondom de citadel en klimwedstrijden tegen de dikke muren.
Een smalle stenen brug, als in een Lord of the Rings-film, brengt ons naar het ommuurde gedeelte. In de 21e eeuw is dit een sprookjesachtige plek, met een camping municipal, hotel, pannenkoekenhuis, museum, winkeltjes, een wijnmakerij en kunstobjecten. Je kunt er zelfs mini-huisjes kopen waar ooit de soldaten hebben overnacht, al dien je die – en dat is weer minder – daarna wel te restaureren.
‘s Ochtends hebben we vanuit het hotel in de citadel een machtig uitzicht over de Gironde. Bordeaux, de finish van onze Tour Gironde à vélo, is niet ver meer. Tour de France-winnaar Joop Zoetemelk herhaalde vroeger op tv steeds zijn mantra ‘Parijs is nog ver’. Maar de tijden zijn veranderd. Eenmaal aangekomen in Bordeaux is Parijs, dankzij de TGV, helemaal niet zo ver.
Bordeaux ligt op 1090 kilometer van Amsterdam. Dankzij de nieuwe, supersnelle TGV tussen Parijs en Bordeaux is de reistijd met de trein nog géén 7 uur. De fiets kan niet mee in de Thalys, tenzij gedemonteerd en verpakt. De fiets kan wel mee met andere treinen, maar dan is de reistijd langer. De Treinreiswinkel zoekt de juiste verbinding en de voordeligste tickets uit: www.treinreiswinkel.nl.
In Bordeaux zijn goede fietsen en e-bikes te huur, ook met tassen en andere accessoires. O2cycles kan fietsen overal bezorgen, bijvoorbeeld bij het eerste overnachtingsadres. Fietsverhuurder bij het station van Bordeaux met het merk Holland Bikes: Bordeauxscooters.com.
Voor meer informatie over de route: Gironde-tourisme.fr.