Tekst Stefan Maas beeld Appie
Ze hebben vaak een moeilijke relatie: fietsers en honden. Voor je het weet, stormt er een op je af en dreigt je in je kuiten te bijten. Wat kun je tijdens een fietsvakantie tegen dit gevaar doen?
In het wielerpeloton hebben honden de reputatie dat ze valpartijen kunnen veroorzaken. Voor bijtende honden hoeven coureurs niet zo bang te zijn, daarvoor gaat de gemiddelde wielrenner te hard. Maar ze kunnen wel plots de weg oprennen en een pandemonium in het peloton veroorzaken, met een wirwar van over elkaar tuimelende renners.
Nee, de gemiddelde recreatieve fietser zal eerder beducht zijn van een aanval op de kuiten, enkels en voeten. Die dansen zo lekker rond dat ze voor een onopgevoede hond net zo aantrekkelijk lijken als bewegende worsten. Daarbij mag je nog blij zijn als het baasje ingrijpt en de hond probeert terug te halen. Want menig hondenbezitter loopt schouderophalend door of bromt het bekende cliché: ‘Hij doet niets hoor’.
Inderdaad, wellicht doet de hond niets, maar wellicht ook wel. Wellicht besluit de hond plots om te breken met het concept ‘dat ie nooit iets doet’ en heeft het dier zijn of haar baasje niet daarover ingelicht. Dat weet je nooit van tevoren.
Één ding is zeker: de kans dat je onderweg een close encounter hebt met een loslopende hond, is vrij groot. Zo zijn er in Nederland naar schatting 1,5 tot 2 miljoen honden, die gezamenlijk voor zo’n – naar schatting – 150.000 bijtincidenten zorgen, aldus VeiligheidNL. Hoeveel slachtoffers op de fiets zaten toen ze werden gebeten, is niet bekend. Circa 1800 slachtoffers belanden jaarlijks na zo’n bijtincident op de Spoedeisende Hulp en bij circa 200 patiënten was het letsel dusdanig dat ze opgenomen moesten worden. De meeste slachtoffers hadden een open wond na een beet.
Zo’n open wond of – in een enkel geval – fractuur is natuurlijk vervelend. Maar echt link wordt het als er hondsdolheid of rabiës in het spel kan zijn. In Nederland komt rabiës gelukkig weinig voor. De meeste rabiës-doden vallen in Afrika en Azië. Je kunt je vooraf laten vaccineren tegen rabiës, maar dit garandeert geen volledige bescherming tegen de ziekte. Na een beet dien je de wond snel schoon te maken met water en zeep en binnen 24 uur een dokter te vinden. Die kan uitzoeken of er sprake is van besmetting met het virus. En zo ja, dan volgt een aanvullende behandeling.
Hondsdolheid klinkt als een angstaanjagende ziekte, en dat is het ook. Het virus kan leiden tot stuipen, ademnood en verlammingen. Als de ‘klinische symptomen’ van deze ziekte zich eenmaal voordoen, is rabiës volgens de WHO (World Health Organization) bijna altijd fataal.
In sommige landen ligt het hondengevaar dagelijks op de loer. Zeker als je je over onverharde wegen traag voortbeweegt en er in elke tuin van elk huis langs de weg een grote loslopende hond waakt. In die setting ben je een ideaal doelwit voor een aanval. Baasjes zijn vaak niet te bekennen.
De situatie wordt nog dreigender als deze honden ook nog eens gaan samenwerken. Ze cirkelen om je heen alsof je aangeschoten wild bent. En je kunt niet aan ze ontsnappen omdat je nu eenmaal te traag fietst, met 20 kilo bagage aan je rijwiel. Pas als je op voldoende afstand van het huis bent, keren de honden terug naar hun uitvalsbasis. Echter, dan verschijnt alweer het volgende huis met bijbehorend hondengeblaf. Zo wordt het een never ending story.
Vaak probeer ik in eerste instantie de honden simpelweg te negeren en stevig door te fietsen. Ik kijk ze niet aan en probeer rust uit te stralen. Daarop volgen een aantal spannende momenten. De hond komt aanrennen en danst naast mijn fiets, vlak langs een been. Het hondenbrein moet nu een beslissing nemen. Bijten of niet bijten, dat is de kwestie. Het is geen perfecte methode, maar het loopt doorgaans goed af.
Natuurlijk zijn er allerlei wapens en strategieën te bedenken om honden op afstand te houden. Als dierenvriend wil je sommige daarvan liever niet gebruiken, zoals slaan of schoppen. Stenen gooien is in veel landen een vaak toegepaste methode, die bovendien zeer effectief lijkt. Maar ook dat is niet echt een diervriendelijk middel.
Ook schreeuwen wordt vaak genoemd, evenals schoppen. Dit kan honden in verwarring brengen, waarna ze wellicht de aanval afblazen. Maar evengoed kan dit honden een prikkel geven om nóg agressiever te worden.
Een heel opvallend en ook controversieel advies – en overigens niet mijn advies – is om op de grond te gaan liggen, met de keel onbeschermd naar boven. Zo geef je je in de hondenwereld over aan een dominante hond. Volgens deze filosofie zal de hond je vervolgens niet doden of verwonden, omdat je je hebt overgegeven. Ik denk dat weinig fietsers in staat zijn zo’n advies op te volgen in de hitte van de strijd.
Dan zijn er natuurlijk nog andere wapens die fietsers zelf bedacht hebben. Een bus met pepperspray in je stuurtas of een ploertendoder onder je fietszadel. Of een sirene plaatsen op je stuur, want honden houden niet van dat gillende geluid. Die methoden mogen dan wellicht helpen, zelf zie ik me niet met een ploertendoder, sirene of pepperspraybus rondrijden.
Een hele diervriendelijke en ook nuttige suggestie, is om iets mee te nemen waarin de hond kan bijten. Een stokje of een petje. De bedoeling is dan, dat de agressor daar in bijt, in plaats van in je kuiten. Ben je eenmaal afgestapt, dan kun je je fiets het beste tussen jou en de hond plaatsen, en vervolgens meedraaien als de hond gaat rondcirkelen. Hopelijk koop je daarmee voldoende tijd tot de hondenbezitter zich meldt.
Ik besloot jaren geleden mijn toevlucht te nemen tot de technologie: de Dazer. Een handzame ultrasone hondenverjager van 118 gram, die een voor mensen onhoorbaar geluid produceert dat de hond in verwarring brengt. Tot op 5 meter kun je – zo belooft de fabrikant – de honden op afstand houden.
Op reizen naar landen als China en Kirgizië nam ik de Dazer mee in de fietstas. Doken er honden op, dan haalde ik het apparaat tevoorschijn en richtte deze op de aanstormende horde. Het werkte inderdaad voor even. De betreffende honden reageerden in eerste instantie verbaasd op het geluid en hielden in. Maar aan de andere kant werd de aanval niet definitief afgeblazen. Ze bleven dreigend in de buurt, de volgende aanval overwegend. Het was – als het ware – een gelijkspel. Ook bij andere hondenaanvallen was er geen echte winnaar.
Honden blijven populaire huisdieren en zullen niet snel van het reistoneel verdwijnen. Maar je moet het gevaar ook niet overdrijven. De Dazer ligt al jaren ongebruikt in mijn schuur; ik neem deze eigenlijk niet meer mee op mijn fietstochten in Europa. Daarvoor zijn aanvallen van honden te sporadisch in veel Europese landen. Ik ben in de afgelopen vijftien jaar welgeteld één keer gebeten in een kuit. De tandafdrukken waren zichtbaar, maar afgezien van wat blauwe plekken, was er geen echte schade. Eén ding is me wel duidelijk geworden: de trouwe viervoeter zal nooit de beste vriend van de fietser worden.
Kees Lucassen, (fiets)reisjournalist:
“Ik ben enkele keren aangevallen, met name door ‘kuddebeschermers’ in Turkije. Mijn tip: kalm blijven, geen angst tonen. Als je bukt om een steen te pakken, wordt de aanval vaak al gestaakt. Wat water uit je bidon spuiten vinden ze ook al eng. Maar snel wegfietsen is juist dom, dan denken ze dat je bang bent, precies wat ze willen.”
Robert van Weperen, fietsreisjournalist:
“Met name in Indonesië, Vietnam en Thailand ben ik me vaak rotgeschrokken door agressieve honden. Dan zat ik een kwartier later nog met koud kippenvel op de fiets. Serieus. Regelmatig pakte ik dan een stok en enkele stenen om een volgende aanval af te slaan. Of ik bracht de Hitler-groet uit (met de verkeerde arm!). Want ooit gelezen dat honden zo slecht kunnen zien dat ze denken dat het een stok is. Dit alternatief kun je beter niet in elk land inzetten. Bovendien vond ik het effect lang niet altijd overtuigend.
Sinds een paar jaar heb ik mijn strategie veranderd. Nadat het laatste grammetje pacifisme – opgelost in angstzweet – mijn lichaam had verlaten. Sindsdien zet ik acuut de tegenaanval in. Ik bestrijd de honden met ALLES dat binnen mijn vermogen ligt. Ik ga meteen vol in de remmen. Ik schreeuw als een mager speenvarken, zwaai met mijn armen, schop ze van mij af en stuur bij de eerste mogelijkheid een spervuur aan stenen op ze af. In Portugal schopte ik zo een keffertje 7 meter de lucht in. En in Oekraïne, dat in mijn beleving hondenarm is, ging ik zo intimiderend tekeer dat de aanvaller van de schrik in zijn broek zou hebben geplast als deze een hondenbroek zou dragen.
Nee, ik ben zeker geen dierenbeul, maar ik heb een broertje dood aan honden die zich niet netjes voorstellen.”
Marc Knapen, voorzitter De Vakantiefietser vzw:
“Ik heb niets met honden, om het zeer zacht uit te drukken. Omstreeks 1964 werd ik gebeten op weg naar de lagere school. Een jeugdtrauma dus. Vroeger had ik wel een Dazer mee op reis, maar nu niet meer. Ik tart het noodlot en vertrouw op de kalmte van mijn vrouw of ander reisgezelschap. Zie ik een vervaarlijke hond en ik ben alleen, dan rij ik liever om, of neem een korte pauze tot het onheil is verdwenen. En als zo’n beest toch op je afrent, dan is mijn reactie altijd nagenoeg de foutieve: zo snel mogelijk wegrijden. Een snelheid van 40 km/u was daarbij geen uitzondering. Rij ik met mijn vrouw, dan zoek ik dekking aan de juiste kant van haar fiets. Nee, geintje. Maar meestal gebeurt er helemaal niets. Naar Portugal zou ik niet meteen teruggaan; daar ligt op elke hoek wel eentje op de loer.”