Terug naar blogoverzicht

Door België via de EuroVelo 3

Het deel van de EuroVelo 3 in België gaat grotendeels over prima fietspaden.
Tekst Stefan Maas beeld Raymond Boekhout/Stefan Maas

Zo’n 5.300 km lang is ie, de EuroVelo 3, ook wel de Pelgrimsroute genoemd. Van Trondheim in Noorwegen naar het pelgrimsoord Santiago de Compostela in Spanje. Je zou bijna zeggen té lang voor de doorsnee-fietser. Wat als je – theoretisch gesproken – niet meer dan drie weken vrij kan nemen? Dan zou je zo’n 252,53 km per dag moeten afleggen om op tijd in Santiago te arriveren. Interessant, maar dan alleen voor longdistancefreaks die graag records willen neerzetten.

In praktijk zullen de meeste mensen de EuroVelo 3 maar voor een deel rijden, met de optie om een jaar later de tocht voort te zetten. Voor ons kwam daar ook nog eens een infaam virus bovenop. De grenzen waren vanaf juni opengegaan in het illustere coronajaar 2020. Wie weet hoe lang ze open zouden blijven…

Bij het Drielandenpunt bij Vaals


Compacte fietsexpeditie

Het Belgische deel van de Pelgrimsroute was in 2019 al gereed en juist dat leek me een heel geschikte optie voor een behapbare, compacte fietsexpeditie. In vier dagen van het Drielandenpunt bij Vaals naar Erquelinnes aan de Franse grens, zo’n 210 km. Hoe onvoorspelbaar corona ook is, het leek me sterk dat het ons onderweg zou inhalen en dat de grenzen opnieuw dicht zouden gaan. Later bleek dat natuurlijk een hopeloos naïeve gedachte.

Maar corona is ver weg als we op het Drielandenpunt staan. De terrassen zitten bomvol; Nederlanders, Belgen en Duitsers genieten volop van de zon en het feit dat ze – na maanden van intelligente of minder intelligente lockdowns – zich weer vrij kunnen bewegen.

Ooit was dit trouwens een Vierlandenpunt, toen de neutrale nanostaat Moresnet nog bestond. Moresnet kon zijn soevereiniteit echter niet behouden en is na WO I bij België gevoegd. Het plaatsje Moresnet bestaat nog wel en is nu vooral bekend vanwege het enorm hoge viaduct dat als het ware boven het dorpje zweeft.

Relaxt peddelen over Lijn 38

Lijn 38

De streek ten zuiden van Zuid-Limburg, het Land van Hervé, staat bekend om de vele kuitenbijtertjes die er zich verzameld hebben. Op zich zijn de beklimmingen niet zwaar, maar het feit dat het andere bijtertje meteen opduikt als je op de top van ene bijtertje bent, maakt fietsen soms een vermoeiende bezigheid. Lijn 38 schiet ons gelukkig te hulp; een voormalige spoorlijn die nu behoort tot het Waalse RAVeL-netwerk, de paden voor traag verkeer.

Als een streep loopt Lijn 38 richting Luik, met maar heel geringe hoogteverschillen. Geen toeval, want de doorsnee-trein – Alpentreinen natuurlijk uitgezonderd – kunnen geen hoge hellingsgraden aan. Vandaag is er veel verkeer op Lijn 38. Skaters, racefietsers, kinderen, wandelaars: ze begeven zich allemaal op de RAVeL-weg. Bomen en struiken omzomen het pad. Soms krijgen we een doorkijkje naar de omgeving en zien heel in de verte reusachtige fabrieken bij Aken.

Dwars door Luik met de EuroVelo 3
Fietspaden leiden je snel en comfortabel dwars door het centrum van Luik

Luik via EuroVelo 3

Luik komt op die manier heel snel dichterbij en kondigt zich al vroeg aan met allerlei voorsteden. De stad heeft een grauw industrieel imago, maar krijgt door allerlei impulsen ook wat kleur op de wangen. Een mooi voorbeeld hiervan is het prachtige, kristalachtige station van de stad. Maar Luik is ook nog steeds bezaaid met enorme, leegstaande fabriekspanden. Voor de liefhebbers van industrieel erfgoed is het een speeltuin. Heel langzaam verovert de natuur deze locaties. Prachtige bloemen en planten groeien er tussen het beton. Op tal van fabrieksdaken groeien inmiddels boompjes.

Ook hier leidt de EuroVelo 3 ons via een fietspad comfortabel door het stedelijk gewoel. Een groot deel langs de Maas, een paar bruggen over, enkele kruip-door-sluip-door-paadjes; we hoeven nauwelijks te wachten op kruisingen of voor verkeerslichten. ‘Shit’, klinkt het. Fietskameraad Raymond staat stil. Ik zie het euvel al, een stuk gebroken ketting sleept achter zijn fiets aan. En we hebben natuurlijk geen kettingpons bij ons om de zaak te repareren. Het vergt een paar uur vóór we een fietsenzaak hebben gevonden en Raymond de zaak op straat heeft gerepareerd. Hard trappen durft hij niet meer. De ketting is niet sterker dan dat ene zwakke schakeltje.

Brug over de Maas

Op patrouille langs La Meuse

Mist kringelt de volgende ochtend omhoog boven de Maas, of La Meuse in het Frans. Het is half zes in de morgen… ‘s zomers ben ik nu eenmaal een overdreven ochtendmens. Terwijl de zon de mist verdrijft, patrouilleer ik langs de oever. De Maas is allesbehalve een dode rivier. Onder het wateroppervlak is een hele school visjes aan het foerageren. En gelukkig zijn de steile kadewanden langs de rivier ook niet meteen een onneembare barrière voor wie er per ongeluk in valt. Om de circa vijftig meter zijn er trappetjes gemaakt; toch een veilig gevoel als je er ‘s ochtends vroeg langs wandelt.

De Maas blijft onze metgezel tot aan Namen. De toeristische plaats is onze cappuccino-stad. We doen hetzelfde café aan waar we drie jaar daarvoor ook zaten tijdens onze reis naar de bron van de Maas. Aan de overkant van de rivier pronkt de binnenstad van Namen met als kroon de stoere citadel. Namen is ook de plaats waar we afscheid nemen van de Maas. Hier switchen we naar een andere rivier: La Sambre.

Ex-mijnwerkersstad Charleroi

De Sambre is een smal, blauw lint dat ons naar een volgende industriestad leidt: Charleroi. De reputatie van de stad kennen we. Een voormalige mijnwerkersstad, ooit het kloppende hart van de industriële revolutie in België. En hoewel de neergang van deze industriële zone al sinds de jaren negentig aan de gang is, beschikt Charleroi nog steeds over heel wat industrie. De ene na de andere fabriek langs de Sambre trekt aan ons voorbij.

Het fietspad levert ons direct af in hartje Charleroi. En daar zien we meteen ook iets van de revitalisering van de industriestad: een groot, modern plein met een modern gebouw. Het gebouw moet het oude centrum meer cachet geven. Mooi, maar nog mooier is dat in dat moderne gebouw een prachtig Novotel is gevestigd waar we vannacht slapen. En eten doen we in een trendy zaak even verderop, in Quai 10. We genieten er volop van de gerechten na de basic pastamaaltijden die we de afgelopen dagen wegwerkten. Superbe!

De oude industriële zone langs de Sambre bij Charleroi
De oude industrie langs de Sambre…

Naar Erquelinnes

Charleroi wuift ons de volgende dag uit met een decor dat recht uit een science-fictionfilm lijkt te komen. Afgetakelde, bruine fabrieksgebouwen, braakliggende terreinen, puin en metalen pijpen. Het is alsof er hier een bom is ontploft. Hoewel, er bewegen stipjes in dit landschap. Bij sommige fabrieken zijn toch echt mensen aan het werk. Daar tussendoor stroomt dan de Sambre, met een keurig geasfalteerd fietspad erlangs. We maken foto’s van dat industriële decor. Jawel, ook dit zijn historische highlights, al komen er niet zoveel toeristen op af. Voor de liefhebbers zijn dit echter prachtige plaatjes, het is maar hoe je er naar kijkt.  

Het verlaten, wat vervallen stationnetje van Erquelinnes

Uiteindelijk omringt het groene platteland ons weer. Weer volgen we dat blauwe lint; Frankrijk nadert snel. In finishplaats Erquelinnes vinden we het treinstation voor de terugreis. Het is totaal verlaten. Is dit station nog operationeel? Raymond gelooft er niets van. De verf bladdert hier van de muren af en er is geen trein te zien. Hij vraagt even verderop aan mensen de weg naar het treinstation, die hem vervolgens naar het verlaten station brengen. Ze wijzen naar het perron waarop we staan. Is het dan toch hier?

Pas als er inderdaad een trein stopt, begint hij te geloven dat dit toch echt de goede plek is. De Franse grens is bereikt, we laden de fietsen in voor de terugreis. Ik besef dan pas dat we tijdens de gehele tocht door België vrijwel steeds over paden voor traag verkeer hebben gereden. En dat is toch wel bijzonder.

Info EuroVelo 3:

Voor de route: Ravel.wallonie.be en Eurovelobelgium.be

Algemene toeristische info: Walloniebelgietoerisme.be

Wij aten in Charleroi in Quai 10 en sliepen in het Novotel in het centrum.